De wilgenhoutrups

Foto’s: Tineke Vink-Liefkens
Bijdrage: Jelke en Mik Verhoeff


redactie - Tineke Vink - Liefkens


Deze keer wil ik aan sluiten bij de wilgenboom van Wilma en de hobby van haar zus Gusta, wilgentenen vlechten.

   

Vorig jaar kwam ik in de gelegenheid om foto’s te maken van dit monsterlelijk dier. De buurjongens Jelke en Mik hadden er één gevonden in de Polderstraat toen de rups bezig was om over te steken. In een jampot gedaan en ermee naar Tineke.

Ik zag meteen dat het de wilgenhoutrups was. Als schoolgids op de basisscholen hadden wij de rups bij ons om aan de kinderen te laten zien tijdens de boomfeestdag.

Allerlei kleine dieren die de bladeren van de bomen in de herfst opruimen gingen ook mee naar school. De kinderen mochten alles vast houden behalve de wilgenhoutrups. Deze bijt!! En stinkt naar azijn.

Als we het project op de scholen klaar hadden kieperde ik de beesten in mijn kippenren. Daar werd door de kippen en eenden allereerst de lekkere pieren verorberd.

   
Dan kwam de wilgenhoutrups in het vizier. Maar mijn kippen hadden al snel door dat er met deze jongen geen lol te beleven was. Hij stonk en met z’n opengesperde kaken dacht je als kip toch wel twee keer na voordat je daar je snavel inzette.
   

Kenmerken
Latijnse naam:
Cossus cossus.

 
   

De wilgenhoutrups behoort tot de grotere soorten. De vlinder is een nachtvlinder.

De vrouwtjesvlinder legt met een legboor haar eitjes in een spleet van de schors van een loofboom. De boom gaat bloeden en tijdens de ontwikkeling van de rups zie je zaagsel vallen uit de openingen van de geknaagde gangen. Deze gangen kunnen meters lang worden. 

De ontwikkeling van de rups vergt twee jaar. De rups is een opvallende verschijning! Hij is groot, zijn rug is glimmend donker rood, met hier en daar een verdwaalde stevige haar. Zijn buik met lichtgele pootjes en zijn zwarte kop is voorzien van twee zwarte kaken. Bij bedreiging of onraad scheidt de rups een azijnzure lucht af.

   

Als de tweejarige rups volgroeit is knaagt ze een ruime kamer in de stam van de boom en maakt van zaagsel en zijdedraden een cocon. Hierin verpopt de rups zich tot vlinder. Na de overwintering in de cocon komt de vlinder in het voorjaar uit.

De vlinder is een zeer grote trage nachtvlinder met zwarte lijnen achter de kop. Met zijn grijs gemarmerde vleugels met een patroon van zwarte lijnen zit hij overdag op de schors van de boom.

Het is een perfecte camouflage. In rusthouding kan hij ook zijn vleugels een beetje oprollen, zijn borststuk optillen en zo lijkt hij op een afgebroken takje.

   

Leefgebied

 

De rups heeft het erg naar zijn zin in wilgen en populieren. Deze bomen hebben een zachte houtstructuur en het is een makkie voor de rups er doorheen te knagen. Maar ook andere loofbomen worden gekozen.

De bomen worden erg beschadigd door de meterslange vraatgangen van de rups.

Daardoor kunnen bomen omknakken, maar de wilg zal zomaar niet het loodje leggen. Hij krijgt hoogstens prachtige kunstzinnige vormen in zijn schors en stam.

 

Tot slot

De rups gold in de Romeinse tijd als een lekkernij.

Mocht je dit voorjaar de rups tegenkomen pak hem niet vast, want voor je het weet bijt hij zich vast aan je vingers.

Tineke Vink-Liefkens