Mispel

een eeuwenoud fruitgewas


redactie - Wilma van Oss


   

Naamgeving (Mespilus germanica)
Mespilus komt van het Grieks mesos (helft/midden) en pilos (bol). Deze naamgeving verwijst naar de vorm van de vrucht, een halve bol.

Men dacht vroeger dat de mispelboom uit Duitsland kwam, vandaar de soortaanduiding germanica.


Gebruik

De wilde Mispel is door de Romeinen naar Europa gebracht en werd in de Middeleeuwen in Nederland aangeplant in kloostertuinen.

Je herkent hem aan de takdoorns die bij de cultuurmispel ontbreken.

▲ mispel bij Rooijsestraat 51  

De cultuurmispel (hierboven een afbeelding van het oudste exemplaar in Dreumel in de tuin van huize 'Robbenkampen' , Rooijsestraat 51) wordt sinds ca. 1630 geteeld.

Het is een struik met meerdere stammen of een kleine boom die tot 6 m hoog kan worden. Mispels met grotere vruchten werden verkregen door het enten op onderstammen van vooral meidoorns.

De Mispel is veel minder algemeen dan vroeger maar wint tegenwoordig aan populariteit. Ook in Dreumel wordt deze soort steeds vaker aangeplant zoals voor het theehuis ‘Fluitenkruid’.

 

►mispel bij theehuis "Fluitenkruid"

 
Kenmerken
 
 

De Mispel hoort bij de rozenfamilie. De soort bloeit op het tweejarig hout en de grote witte bloemen ruiken heerlijk.

‘Grote snoei, grote bloei’, geldt niet voor de mispel. Na de beginjaren moet je een Mispel zo min mogelijk snoeien en alleen de oude vruchttakken wegknippen als de kroon te dicht dreigt te worden

 
  De Mispel bevrucht zichzelf, dus zijn twee exemplaren voor de bestuiving en vruchtzetting niet nodig. Omstreeks oktober hangen de vruchten in de struik/boom.

Het gezegde "zo rot als een mispel" heeft betrekking op het afrijpen van de vruchten. Die plukt men pas na enkele nachtvorsten (in november). Daarna moeten ze op een (vorstvrije) plaats narijpen tot ze zacht, maar niet rot zijn.
 

 

 

Mispelrecepten

Mispels zijn erg gezond want de vrucht bevat veel mineralen, antioxidanten en voedingsvezels.

 

Men schrijft de mispel genezende kracht toe voor bloedingen en spijsverteringsproblemen.

 

Zij zijn geschikt voor het maken van gelei door hun hoge gehalte aan pectine. Maar je kunt ze ook rauw eten (uitzuigen).

   

Vruchtenmoes bij vleesgerechten

  • Was de mispels, doe ze in een zeef en druk ze er doorheen;

  • Doe het vruchtvlees van de zeef en voeg een scheutje slagroom toe met wat vanillesuiker;

  • Roer het vruchtvlees door vanillevla en breng dit op smaak met suiker, vanille en citroensap of sinaasappelsap;

  • Schep dit mengsel in bakjes en laat het koud worden in de koelkast;

  • Heel lekker bij vleesgerechten en ham.

Confituur/jam

  • Was de vruchten en doe ze in een kom, net onder water zetten en mals koken;
  • Alles door een fijne zeef wrijven en afwerken als confituur door er suiker onder te koken, eventueel met wat sinaasappelsap of citroensap.
Op brandewijn
  • serveren op feestdagen als originele variant op boerenjongens (rozijnen) en boerenmeisjes (abrikozen).