Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus) |
|
|
Naamgeving
De wetenschappelijke soortaanduiding oleraceus
betekent ‘als groente gebruikt’ of ‘in moestuinen
groeiend’ en verwijst naar het gebruik in vroeger
tijden en één van zijn favoriete groeiplaatsen.
De Nederlandse geslachtsnaam
melkdistel heeft de plant te
danken aan het witte, melkachtige sap dat het bij
beschadiging afscheidt. Distel verwijst
naar de rand van de bladeren die spits getand is,
maar absoluut niet prikt als een distel. |
|
|
Gewone melkdistel
is een van de vier soorten melkdistels, welke in Nederland
voorkomen en waarvan er drie zeker in Dreumel voorkomen
(naast de gewone, de akker- en de gekroesde
melkdistel). Ze verschillen voor de leek weinig in
uiterlijk en ze stellen vrijwel dezelfde eisen aan het
milieu.
De keuze om de gewone
melkdistel een plaats te geven in de rubriek Plant
van de maand, is omdat deze een voorkeur heeft voor
nattere plaatsen dus voor de uiterwaarden. Je kunt ze zelfs
op de kribben aantreffen. |
|
Groeiplaats |
De melkdistels groeien het best op niet
al te droge, voedselrijke grond. Dus op akkers, in tuinen,
in bermen en in uiterwaarden. |
|
Herkenkenmerken |
|
|
|
|
|
De gewone melkdistel bloeit van juli
tot de eerste nachtvorst. De
bloemhoofdjes bestaan uit gele lintbloempjes,
zoals bij de paardenbloem. De hoofdjes zijn
echter kleiner, ongeveer 3 centimeter breed.
Zoals vele familieleden heeft de soort als
hij is uitgebloeid prachtige pluizenbollen,
door het vruchtpluis. |
|
|
|
De plant is éénjarig en kan tot wel 1,5
meter hoog worden. De gewone melkdistel
heeft dofgroene kale stengelbladen met
spitse oortjes (zie pijl) aan de
bladvoet. |
|
|
|
|
Gebruik |
Culinair
De planten zijn gebruikt als veevoer en voor konijnen is
het nog steeds een lievelingskost.
De jonge bladeren zijn ook voor de mens eetbaar en smaken
als sla.
Medicinaal
Het medicinale gebruik van deze plant dateert al van
meer dan twee eeuwen geleden!
Een extract van de zaden van deze plant zou de levercellen
beschermen door de ingang te blokkeren voor gevaarlijke
gifstoffen, deze uit de lever helpen te verwijderen en
beschadigde levercellen regenereren. Klinkt als
kwakzalverij. |