Lelietje der dalen / Lelietje van dalen
Convallaria majalis

bloem van de liefde


redactie - Wilma van Oss


 

NaamgevingConvallaria’ is afgeleid van ‘Convallis’ (Latijn) en betekent ‘dal/vallei’ wat verwijst naar de plaats waar hij van oorsprong het liefst staat. ‘Majalis’, betekent ‘van de maand mei’, de maand dat de plant zeker bloeit, ongeacht de grillen van het weer. De soort wordt daarom ook wel meiklokje genoemd.

De soort lijkt, zoals de naam al doet vermoeden, op een lelie en werd vroeger daarom ingedeeld bij de Leliefamilie. Later kwam er – onder druk van de geleerden ‒ in deze familie een afsplitsing: Aspergefamilie (Aspergaceae) en het lelietje der dalen ging mee.

De toevoeging ‘der/van dalen’ verwijst naar de oorspronkelijke groeiplaats: in dalen/valleien.
 
Groeiplaats
Het lelietje der dalen is een bosplant en heeft een voorkeur voor voedzame, licht-zure grond op een schaduwrijke standplaats.
   

Herkenkenmerken

 

 

De bloem is wit, klokvormig en heeft een aangename geur. De bloemen worden circa 8 mm lang.

Er vormt zich een naar één kant gekeerde tros van zes tot twaalf bloemen. Deze bloeit in de maanden mei en juni.

De vrucht is een rode bes die twee blauwe zaden bevat.

Een paar brede parallelnervige bladeren staan aan de voet van de bloeistengel.
   
De tot 30 cm hoge vaste plant heeft een kruipende wortelstok. Het zijn echte woekeraars en ze worden door kwekers dan ook aangeprezen als de ideale bodembedekker.
 
Lelietje der dalen in de hoofdrol

Over de verklaring van de naam lelietje der dalen, zijn uiterlijk en standplaats, zijn in de loop van de tijd talrijke verhalen geschreven.

Dat de plant zou zijn gaan groeien op de plek waar tranen werden geplengd, komt heel vaak in de verhalen terug. In de paaslegendes zijn dat de tranen van Maria toen ze huilde onder het kruis van Jezus of de tranen van Maria Magdalena bij het graf van Jezus. De bloempjes zouden daarom lijken op tranen.

Ook in de verklaring van de standplaats in het bos, zijn er tranen, maar dan in een andere context.

....Toen God de bloemen gemaakt had, vroeg hij ze waar ze wilden wonen. Een engel droeg ze naar de plaats die ze wensten. De een wou op de bergen, de ander in het dal en een volgende in de weide, enz. Geen van de bloemen wilde in het bos. Toen de meimaand de velden en weiden in heerlijke pracht tooide werd het bos zo treurig dat zelfs de vogels hem verlieten en wegvlogen naar de velden en weiden. Hij begon te huilen en de druppels vielen op de bloemen in de velden. ‘’Ach’’, riep hij hun toe, ‘’waarom kom je niet bij mij? Als jullie heerlijke geuren het bos doordrenken, zullen de vogels naar mij terugkeren!’’. Het lelietje der dalen, dat toen midden op het veld bloeide, hoorde deze smeekbede en kreeg medelijden. Ze zei tegen de bloemen die om haar heen stonden: "Zullen wij het bos ingaan? Ik geloof niet dat het daar zo erg is als we denken. Natuurlijk hebben we daar geen vrij uitzicht en geen warme zon, maar zijn klagen maakt mijn hart week. Wie gaat er mee naar het bos?”’ Tegelijkertijd trok hij zijn benen uit de aarde en wandelde richting bos.

 Het grootste deel van soortgenoten volgde hem. Het bos nam ze dankbaar op en hield op met huilen. Nu kwamen ook de vogels weer terug. De struiken bedekten de bloemen zodat de mensen ze niet konden vinden en plukken. Wie het lelietje der dalen zoekt, moet wel heel goede ogen hebben, want het bos houdt ze goed verborgen.... 
 
Gebruik

Het lelietje der dalen is niet eetbaar en zelfs giftig en heeft/had als heel veel giftige planten medicinale toepassingen. Zo werd het vroeger gebruikt: tegen flauwte, hartkwalen, beroerdheid, vallende ziekte en andere ‘koude gebreken van de hersens’. Tegenwoordig geeft men er de voorkeur aan om deze kwalen te behandelen met beter controleerbare en doceerbare pillen. Tenminste in de reguliere gezondheidszorg.

Zijn familielid de asperge wordt echter in Nederland sinds de 19e eeuw op grotere schaal geteeld als groente; een delicatesse. Sinds de Eerste Wereldoorlog is Noord-Limburg het belangrijkste productiegebied. Er bestaan witte asperges, groene asperges en paarse asperges. De eerste zijn onder de grond gegroeid en uit het licht gehouden, de andere hebben wel de zon gezien.

De geur van de bloem is zeer populair voor o.a. parfums en zeep. Ze kan niet worden gewonnen uit het lelietje der dalen. Parfumeurs hebben echter de geur van het lelietje der dalen weten na te maken en deze wordt nu gebruikt. Wat we ruiken in parfums en zeepjes is dus een ‘fabrieksgeur’.

   
Het lelietje der dalen is de nationale bloem van Finland, vergelijkbaar met ‘onze’ tulp.

 

 

Lelietjes der dalen worden bij onze zuiderburen traditioneel op 1 mei gegeven aan de mensen die ze ‘graag zien’.

De traditie zegt dat de witte bloem een teken van het voorjaar is en dat ze tot het volgende voorjaar geluk en gezondheid brengen.

In België zijn er veel mensen die op die dag deze meiklokjes uitdelen aan vrienden en geliefden, maar in Frankrijk leeft deze traditie nog veel meer.