Beemdkroon

vecht voor zijn plek in Dreumel


redactie - Wilma van Oss


 

Beemdkroon (Knautia arvensis)

Naamgeving
Het geslacht Knautia is vernoemd naar de Duitse arts en botanicus Knaut (1638-1694). De soortaanduiding arvensis betekent ‘op akkers staand’.

De oude geslachtsnaam voor deze soort was Scabiosa (schurftkruid). Deze naam verwijst naar zijn vroeger gebruik bij de bestrijding van schurft.

De soort staat sinds 2012 op de Rode lijst van planten als kwetsbaar/afnemend.

De soort heeft open plekjes nodig om te kunnen kiemen. In de intensief beheerde weilanden zijn die er niet. Nu in de uiterwaarden de natuur haar gang kan gaan, zorgt dat er daar door de verruiging ook steeds minder geschikte kiemplaatsen zijn.
   
Groeiplaats
Beemdkroon is een soort die gerekend wordt tot de stroomdalflora en is dus kenmerkend voor de uiterwaarden en rivierdijken. Daarbuiten hebben ze zich gevestigd in bermen en in extensief beheerde graslanden. Hij houdt van zon en een beetje ruimte om zich heen.
 
Herkenkenmerken

 

 

De soort heeft een bloeiwijze (een hoofdje: heleboel bloempjes die dicht bij elkaar zitten op een gemeenschappelijke bloembodem aan het eind van de stengel) en lijkt hierdoor sprekend op de familie composieten (Asteraceae) die in 2012 centraal hebben gestaan in deze rubriek.

Maar kijk je in de bloempjes, dan blijkt dat dat bij een composiet (links) de vijf meeldraden tot een bruin kokertje zijn vergroeid en bij de beemdkroon (rechts) de meeldraden overal vrij uit de bloempjes steken.

De bouw van de bloempjes bepaalt bij planten bij welke familie je hoort en beemdkroon is dus overduidelijk geen composiet. De soort wordt ingedeeld bij de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae).
 
 

De licht blauwpaarse, soms roodpaarse bloemhoofdjes zijn 2 tot 4 cm groot. Ze zijn vrij vlak en hebben stralende randbloemen. De bloemkroon heeft vier slippen.

Bloeitijd van juni tot in de herfst.
 
 

Overblijvend 15 tot 60 cm hoog, die zich met wortelstokken uitbreidt. De (vaak) grijsgroene bladen zijn variabel van vorm.

De langwerpige rozetbladen zijn gesteeld. Meestal zijn ze ongedeeld. De zittende stengelbladen staan tegenover elkaar. Ze zijn veervormig gedeeld.
 
 
Alles hangt met alles samen!

De Knautia of beemdkroon is voedselplant van de knautiabij (Andrena hattorfiana). Deze bij verzamelt alleen stuifmeel van deze soort.  De Knautiawespbij (Nomada armata), legt als een koekoek zijn eieren in het nest van de knautiabij. En zo laat deze parasiet de knautiabij zorgen voor zijn nageslacht.

Verdwijnt de beemdkroon, verdwijnt de knautiabij en dus ook de knautiawespbij.

 
Een van zeer vele afhankelijkheidssrelaties in de natuur en een illustratief voorbeeld van het domino-effect van een wijziging in de leefomstandigheden van een bepaalde soort.