Missionaris met een handschoen

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

14


 

Om maar eens met iets serieus te beginnen… zeer oprechte verontschuldigingen als ik mogelijk heel ver naast planken sla met het navolgende artikel. Ik ben een ongelovige. Al deden mijn ouders, die slechts tijdens één kerstavond per één jaar een kerk van binnen zagen en dan nog alleen m’n moeder, het voorkomen alsof we protestant zouden zijn.

Maar afgezien van fel protesteren tegen teveel schriftelijke examens op één dag toen ik in het grijze verleden eens examen moest doen voor de Middelbaar Technische School (en ondanks dat – de 2e keer – slaagde) en afgezien van mijn afkeur duidelijk uitspreken toen ik tijdens mijn militaire dienstplicht eens werd gedwongen midden in de winter een stormbaan af te werken, omdat ik geweigerd had m’n handen uit m’n zakken te halen, toen het een keer 10 graden vroor … heb ik in mijn hele leven niet zo vaak geprotesteerd!

 

Anne de Vries, waarvan ik me 50 jaar na dato, nota bene nu pas, realiseer dat Anne ook een mannennaam kan zijn, daar waar ik al die 50 jaar heb gedacht dat het een vrouw was, schreef een kinderbijbel, waar thuis na afloop van elke avondmaaltijd uit voorgelezen werd.

En we baden zowel voor als na afloop van elke maaltijd. Respectievelijk om de spijzen eerst gezegend te krijgen en daarna omwille van dat het genuttigde ons goed moge bekomen. Oh ja, en mijn iets jongere zusje en ik verzochten, vlak voor het slapen gaan, gezeten op onze knieën, onze handjes stijf samen geknepen, goddelijke ondersteuning ten behoeve van een goede en langdurige nachtrust.

Wellicht waren we thuis iets minder protesterend en toch iets meer protestant dan ik lang heb gedacht.

Zeker in de jaren waarin mijn generatie groter en met name volwassener werd, waren er velen die een wat fanatieker en gedrevener hang hadden naar geloof en religie. Een gemeenplaats zou kunnen zijn dat naarmate je verder teruggaat in de geschiedenis, er een steeds toenemender en verder teruggaat in de geschiedenis, er een steeds
 toenemender en intensiever interesse bestond voor religie en steeds minder begrip voor waar de ander in geloofde.

Zo waren er in de eeuw waarin de Burgerlijke Stand ontstond, veel meer katholieke en protestantse scholen dan openbare scholen en werd het pas in 1917 wettelijk geregeld dat de katholieken niet meer zelf voor hun katholieke scholen hoefden te betalen.

Het rijk nam die verantwoording toen pas over en betaalde voor en mee aan alle scholen, godsdienst gericht én openbaar. Maar die al eeuwenlang rond de verschillende religies opgetrokken muren werden niet geslecht door wetgeving.
 

Het is kenmerkend voor dit bijna niet te overbruggen ravijn tussen het protestantisme en katholicisme dat er een verschil bestond in de benaming voor de persoon die werd uitgezonden, meestal naar een vreemd en ver land, om daar de mensheid te gaan – proberen te – bekeren.

Was je van origine een protestant, dan werd je een zendeling. Was je daarentegen katholiek, dan werd je een missionaris genoemd, zodra je de Nederlandse grens was gepasseerd. Zo mogelijk nóg kenmerkender was dat dat verschil in naamgeving van dit uitzonderlijke beroep alleen in Nederland zo was en nergens anders in de wereld.

Zo werd op …

 

 

… 27 maart 1874 Pieter Jan Pennings geboren. Niet in Dreumel, maar in Kruiningen (Zeeland). Zoon van Pieter Jan Pennings (Beroep: evangelist = verkondiger van het evangelie, met name aan niet-gelovigen) en van Elisabeth Ephraïm (Beroep (?): particuliere).

Het is op geen enkele manier meer te achterhalen wat Pieter Jan Pennings (Jr.) gedaan of niet gedaan heeft tussen zijn geboorte en zijn huwelijk. Maar op …

… 19 januari 1899 treedt hij in het huwelijk met Everdina Bosshardt. Te Utrecht.

Hè !? Is het voorstelbaar ­dat als ik al 50 jaar lang foutief heb kunnen denken dat Anne de Vries een vrouw was, ... dat ik dan ook helemaal fout gedacht heb, aannemende dat geestelijken niet in het huwelijk mochten treden en celibatair leefden? Of lag dat voor zendelingen anders dan voor missionarissen? Immers, op bovenstaande trouwakte wordt Pieter Jans beroep omschreven als “zendeling”.

Ja, dat zal een verbluffend lange aanhoudende gedachtekronkel geweest zijn, want nadat Everdina Bosshardt, die op…

 

…19 september 1875 in Utrecht werd geboren … was overleden (en met geen enkele zoekopdracht is in Genlias te achterhalen waar of wanneer zij is overleden) trouwt Pieter Jan Pennings een tweede keer.

Ondanks dat op Scholieren.com in een werkstuk over “De industriële samenleving na 1850” wordt geschreven dat … “Na 1900 nam het aantal huwelijken nog sneller toe. Tot 1900 bleef in Nederland … in vergelijking met andere gebieden een groter percentage mannen ongehuwd. Dit kwam omdat een groot gedeelte van de bevolking katholiek was, en mannen die religieuze functies vervulden mochten niet trouwen.”

Overigens… geeft Genlias weliswaar niet prijs waar of hoe Everdina Pennings-Boshardt is overleden, maar de huwelijksbijlagen van Wamel gelukkig wel. Waarbij de opmerking toch geplaatst dient te worden hoe uitermate fantastisch het is om een ruime eeuw later alsnog deze informatie te kunnen verwerken. Grandioos.

 

Mijn Frans is niet mijn forte, nu niet en nooit geweest. Ik herinner me sporadisch nog een destijds gekscherende Franse zin uit mijn ULO-tijd, die luidde “Pappa fume une pipe et maman aussi”.

Desondanks zal ik, dankzij “Google vertalen”, niet ver benevens de waarheid zitten als ik de volgende vertaling te berde breng voor – een deel van – bovenstaand document :

Vandaag, de 23 september 1902, is voor mij ondergetekende,  Alfred Ferrero, kanselier van het Nederlandse consulaat te Cairo, als uitvoerder van de functie als ambtenaar van de burgerlijke stand op grond van het 2e artikel van de  consulaire wet van 25 juli 1871, als plaatsvervanger van de Nederlandse Consul, officier van de burgerlijke Staat, wonend in genoemde plaats (afwezig), verschenen de heer Pieter Jan Pennings, oud 28 jaar, van beroep missionaris, wonend te Calioub, echtgenoot van de hierna genoemde overledene en Thomas Alexander Cooper, oud zes en veertig, opzichter van het Russel Soldiers Home, woonachtig te Cairo, die ons hebben verklaard dat op 19 september 1902 om zes uur ‘s middags, in het missiehuis van de Nederlandse Missie in Calioub, is overleden op de leeftijd van 27 jaar, Everdina Pennings, geboren te Utrecht, zonder beroep, wonend te Calioub, echtgenote van Dhr. Pieter Jan Pennings, dochter van Hendrik Antony Boshardt en Marie Barger, beiden overleden.

Naar aanleiding waarvan we deze akte hebben opgesteld, die na voorlezing werd ondertekend door hen en ons”.

 

Waarschijnlijk dat er kenmerkende nuanceverschillen zijn tussen hoe een huwelijk rond de eeuwwisseling (19e naar 20e eeuw) en anno nu wordt georganiseerd en voltrokken.

 

In (Bron) “Rituelen en Tradities”  door Jef de Jager wordt beschreven dat …

Wie waren de bruiloftsgasten? Minimaal de kennissenkring en de hele familie, tot aan de achterneven en -nichten toe, en maximaal uit de hele familie en de hele buurt. Het eerste was onder de burgerij gebruikelijk. Weliswaar kende de aristocratie al in de achttiende eeuw het verschijnsel 'in stilte trouwen', waarbij bruid en bruidegom alleen en in doordeweekse kleren naar de kerk gingen, maar de burgerij verfoeide dit”.

 

 

Het meest kenmerkende echter van hoegenaamd elk huwelijk is toch wel dat zowel de bruid als ook de bruidegom daarbij persoonlijk aanwezig zijn. Maar dat is niet in alle gevallen zo…

… want je kon ook bij volmacht, ook wel “met de handschoen” trouwen. Reden voor één van de partners om niet aanwezig te kunnen zijn tijdens de huwelijksplechtigheid was bijvoorbeeld de lange reistijd van zijn of haar woonplaats naar de locatie waar het huwelijk werd gesloten. Of als één van de twee in de gevangenis zit.

   

En nu komen we dichter bij huis. Niet helemáál Dreumel, maar in Wamel.      

Pieter Jans tweede vrouw werd in Wonseradeel geboren, op 29 september 1874.

 

In Exmorra.

Hè, … wáár?

Ja, Exmorra, ten westen van Bolsward, Friesland.

 

Om bij volmacht te kunnen trouwen heb je, het zal niet zo zijn, alweer een document nodig waarop een persoon, bijvoorbeeld een kanselier van een Nederlands Consulaat in … ik noem maar wat … Cairo … in zijn officiële bevoegdheid als vertegenwoordiger van de burgerlijke stand officieel aantekent wie degene zal zijn die in plaats van de echte echtgenoot diens gevolmachtigd plaatsvervanger zal zijn.

 

Voor ons, ondergetekende, Walther Claassen, kanselier van het Nederlandse Consulaat te Cairo, in de functie als notaris en als vervanger van de afwezige Consul, is verschenen Pieter Jan Pennings, missionaris, geboren te Kruiningen (Nederland) op 27 maart 1874, op dit moment residerend te Calioub (Barrage), die te kennen heeft gegeven volmacht te willen verstrekken aan Adelbert Antonie Schouten, pastoor van de Nederlands Hervormde kerk, woonachtig te Wamel (Nederland), geboren te Putten op 26 mei 1850, om namens hem, in overeenstemming met artikel 137 van het Nederlands burgerlijk wetboek om, na het verkrijgen van Koninklijke toestemming conform die sectie, het huwelijk aan te gaan met mejuffrouw Maria Cornelia Schouten, zonder beroep, wonend te Wamel (Nederland), geboren te Esmorra dichtbij Wonseradeel (Nederland) op de datum 27 september 1874, dochter van de heer Adelbert Antonie Schouten, voornoemd en zijn vrouw Erisca Hendricka Cornelis Janssen, geboren te Delft op 7 maart 1852.

Dus wordt de heer Adelbert Antonie Schouten hierbij geautoriseerd deze persoon bij volmacht te vervangen ook in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Deze akte opgesteld de 14e september 1905 op de kanselarij in aanwezigheid van ons, kanselier, vervanger van de Consul, van meneer Herman Pieterlen, leeftijd 32 jaar, en van de heer Paul Rosenfeld, oud 28 jaar, allebei handelsmedewerkers, wonend te Cairo, als getuigen, net als wij, kanselier, waarna na lezing de tegenwoordige akte door ons werd getekend”.

Hieronder de trouwakte van Pieter Jan Pennings en … Maria Cornelia Schouten, die op 6 december 1905 met elkaar in het huwelijk treden. Bij volmacht, wel te verstaan.

 

Op het eerste blad van deze huwelijksakte wordt het volgende geschreven …

 

 

…. Verschenen: ter eenre Adelbert Antonie Schouten oud vijf en vijftig Predikant bij de hervormde Gemeente te Wamel, die krachtens de hierbij overgelegde authentieke akte van bijzondere volmacht vertegenwoordigd Pieter Jan Pennings missionaris weduwnaar van Everdina Bosshardt … oud een en dertig jaren, wonende te Kaliub Egypte meerderjarige zoon van Pieter, Jan Pennings overleden…

Is Pieter Jan dan van een protestantse zendeling … een katholieke missionaris geworden en laat hij zich tijdens deze huwelijksplechtigheid vertegenwoordigen door een hervormde predikant? Ja, daar heeft het alle schijn van.

Is het niet zo dat missionarissen nóg celibatairder geacht worden te leven dan zendelingen? Ja. Blijkbaar! Het zou nog interessant zijn te weten wanneer Pieter Jan missionaris is geworden, vóór hij Maria Cornelia Schouten leerde kennen of … daarna. ’t Zou ook interessant zijn te weten hoe Pieter Jan Pennings voor het eerst met Maria Cornelia Schouten in aanraking is gekomen. Maar ja, “alles” te weten kunnen komen is een utopie.

Als één van de in deze huwelijksakte opgenomen vermelding van aangeleverde akten, wordt als vierde genoemd … een certificaat van voldoening aan de nationale militie door den bruidegom

Wederom wordt dit certificaat getoond bij de Wamelse huwelijksbijlagen …

 

Op 8 maart 1894 was Pieter Jan Pennings 19, in zijn 20e levensjaar. Een reden om “diensteindiging” (vrijstelling) te verkrijgen was als iemand een opleiding als geestelijke volgde aan een Seminarie. Mogen we in dit geval aannemen dat dat voor Pieter Jan Pennings gold? Immers, informatie ontleend aan een – zie onder – document uit het  “Archief van De Vereeniging tot Uitbreiding van het Evangelie in Egypte” leert ons dat Peter J. Pennings zijn ambt in Egypte aanvaardde in 1899. Als onderwijzer in dienst van deze Vereeniging.

De zesde akte die met name voor déze huwelijksvoltrekking moest worden aangeleverd was … Een Koninklijk besluit, waarbij aan den bruidegom vergunning wordt verleend zijn huwelijk bij gemachtigde te doen voltrekken

Eigenlijk een Koninginnelijk besluit, aangezien …

 

… Wilhelmina (Helena Pauline Maria) in 1890 koningin der Nederlanden was geworden. (Bron:www.inoudeansichten.nl)

 

Zij, hoogstwaarschijnlijk niet persoonlijk, maar één van haar onderdanen, stelde dit besluit op … in háár naam …

Pieter Jan Pennings woont dus in Kalioub, in Egypte, een klein plaatsje ten noorden van Cairo. Inderdaad, de afstand tussen Nederland en Egypte is ruwweg 3200 kilometers. Niet echt makkelijk om dan “even” over te komen om te trouwen.

Hoe zouden hij en zijn reisgenoten daar naartoe gereisd zijn? Het eerste schip voer op 17 februari 1867 al door het Suezkanaal, dat in 1869 officieel werd geopend. Het is alleszins voorstelbaar dat Pieter Jan Pennings door dit kanaal voer, vanaf het begin van het kanaal bij Port Said …

(1875. Bron : kitlvcollections ... Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen).

 

(Bron : www.kombuispraat.com) … en in Suez van boord ging en daarna naar Kalioub reisde.

Op Google Aarde wordt, in plaats van Kalioub, het volgende voorgesteld : Qalyoub, Egypte …

 

Eenmaal daar (voor het eerst?) gearriveerd, begint Pieter Jan Pennings zijn missiewerk en wordt hier ook aandacht aan besteed door de media.

(Bron : www.dbnl.org : Neerlandia – 10e jaargang – No. 11 – November 1906.)

 

Links op de foto Dhr. Pennings, Mw. Pennings-Schouten en Liesje (zie tekst hieronder).

 

Met andere woorden … Zendeling Pieter Jan Pennings is samen met zijn 1e vrouw Everdina Bosshardt naar Calioub getogen en zij hebben aldaar een – al bestaande –  missiepost bemand en -vrouwd.

Ook in het boek The Mohammedan World of Today 1906 wordt kort aandacht besteed aan de Nederlandse missiepost in Calioub.

 

(Er is ook een kleine Nederlandse missiepost met een centrum in Calioub, ongeveer 8 miles ten noorden van Cairo. Er zijn verschillende scholen die volgens missie regels worden geleid en waar leerlingen op zitten van diverse religies. Het kerkelijke werk wordt voort gezet in de dorpen door (letterlijke vertaling =) venters (Na omstreeks 1890 werden “colporteurs” ook wel “literature Evangelists” genoemd). Er is ook een wezenschool voor jongens, waar de kinderen van zowel Mohammedanen als Christenen verwelkomd worden).

In dit verband zijn de teksten vermeld in de (Bron : Inventaris van het archief van de raad voor de zending en van gedeponeerde archieven) interessant om te lezen.

 

In deze notaties lezen we ook dat Pieter Jan Pennings tot 1910 in dienst is gebleven van deze stichting.

   

Ook in weer andere documenten komen we de naam van Pieter Jan Pennings tegen, zoals in deze (bron: www.archive.org) “notulen”, die tijdens een themavergadering van missionarissen, van 4 tot en met 9 april 1906 gehouden in Cairo, werden opgesteld.

Overigens een (toen) niet openbaar document, maar slechts bedoeld voor “intern” gebruik.

Maar … Pieter Jan Pennings was toch eerst een protestante zendeling, die … een predikant van de hervormde gemeente in Wamel machtigt om hem, zijnde een katholieke missionaris, in het huwelijk te doen treden, en die tijdens deze missionarissenvergadering aanzit als vertegenwoordiger van de presbyteriaanse missie te Calioub.

Waarschijnlijk is het woord presbyteriaans hier gebruikt omdat de tekst van deze notulen in het Engels werd opgesteld. Internet leert dat de presbyteriaanse kerk de evenknie is van de Nederlandse
gereformeerde kerken en dat de taken die in episcopaalse kerken verricht worden door bisschoppen, in gereformeerde kerken wordt uitgeoefend voor ouderlingen. Episcopaalse kerken hebben een organisatie, die veel lijkt op die van de rooms-katholieke kerk, daar waar het gereformeerd protestantisme drie ambten kent, waaronder die van predikant.

 

Het lijkt er steeds meer op te gaan lijken dat Pieter Jan Pennings altijd iets met het gereformeerd protestantisme te maken heeft gehad, in welke hoedanigheid hij, met echtgenoten Everdina Bosshardt en Maria Cornelia Schouten, ook zijn en hun geloofsovertuiging(en) aan de Mohammedaan probeerde te brengen

 

Het is voor dit artikel nauwelijks interessant, en waarschijnlijk uiterst moeizaam, om nog te achterhalen wat P.J. Pennings  gedaan heeft nadat hij terug was gekomen uit Egypte.

Pieter Jan Pennings overlijdt op 22 maart 1948. (Geen doodakte beschikbaar)

 

Anno nu zou je jezelf, en eventueel vele anderen, nog de vraag kunnen stellen hoeveel nut en effect de ongetwijfeld tomeloze en gepassioneerde inzet van Pieter Jan Pennings & Co. heeft gehad.

En hoe de verhouding tussen wel en niet mohammedanen anno nu zou zijn, als Pieter Jan Pennings & Co. zich niet  tomeloos hadden ingezet in Calioub, Egypte.