Suppletoir Register?

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

4


   
Jan Greshoff *) zei eens : “Ambtenaren zijn niet belachelijk door het werk dat men hen doet verrichten. Zij worden het echter zodra zij dit ernstig nemen”.
 

Stel, je bent al gedurende een aantal jaren secretaris van de gemeente Dreumel en je bent inmiddels gelouterd door de verantwoordelijke werkzaamheden die evenvele jaren lang al op je bureau belanden en die je naar beste weten en met volledige integriteit verwerkt.
 

Johannes Numans was vanaf 1840  (hij was toen 50 jaar) en gedurende de daaropvolgende 28 jaren de gemeentelijke secretaris en alhoewel hij met aanzienlijke waarschijnlijkheid groot aanzien in de Dreumelse gemeenschap genoot en even waarschijnlijk behoorde tot de “noblesse” van Dreumel, is ook hij, net als alle stervelingen, niet geheel vrij van vergissingen, noch gevrijwaard van dwalingen, noch te betrappen op foutloos handelen.

We spreken over 1852. Johannes Numans was al 12 jaar secretaris en had in de afgelopen jaren sinds zijn aanstelling ruime ervaring en veel kennis opgedaan over het wel en wee van de Dreumelse bevolking uit die tijd........
   

Zo zou je mogen veronderstellen na al 12 jaren lang onder andere huwelijksakten te hebben beschreven en mede ondertekend, dat hij een vrij realistische inschatting zou kunnen maken van het aantal te verwachten huwelijken in een volgend kalenderjaar. Het aantal huwelijken in voorbije  jaren zou daar de rol van rode draad in kunnen spelen. Laten we de vijf vooraf- aan 1852 - gaande jaren eens onder de loep nemen:

 

In 1847 worden slechts 4 echtparen in de echt verbonden.

 

In 1848 worden er 10 huwelijken geregistreerd.

 

In 1849 worden er 14 huwelijken gesloten.

 

In 1850 worden er ook maar 10 gesloten.

 

In 1851 worden 17 koppels in de echt verbonden.

 

Dus, Johannes Numans, die op 25 december 1851 … 62 was geworden, … wat zijn je hooggespannen verwachtingen voor 1852? Op hoeveel huwelijken denk je te kunnen en moeten rekenen dan?

En … nóg essentiëler … hoeveel (deels) voorbedrukte huwelijksakten ga je ruim van tevoren bij de drukkerij bestellen, zodat je niet halfweg dat komende jaar totaal onthand komt te zitten?

Maar wat blijkt …

 

 

Nà de eerste van september 1852 zijn de officiële voorbedrukte akten al OP !! Dat zal toch niet waar zijn, zeg! Daar laat je toch een tandje schieten, Johannes. Of heb je nog een nuttige ambtelijke oplossing?

 

Jazéker …dat had deze doorgewinterde ambtenaar wel …

 

 

Hetgeen zoveel wil zeggen als een “aanvullend” register voor het jaar 1852. En zó redde hij alsnog het integere karakter van zowel de gemeente als van hemzelf.

Want geen burger die wéét/wist dat hij te weinig niet-suppletoire-register-bladen heeft besteld en ze, de burgers, konden vervolgens naar hartenlust al hun harteroerselen kwijt op de suppletoire-registervervolgbladen en bij Johannes.

En zo werd het jaar 1852 alsnog ambtelijk verantwoord afgesloten met akte nr. 19 op …

 

 

(Hoezo … vrij op oudjaars(vrij-)dag?)

 

In 1852 worden 19 huwelijken voltrokken.
 

En hoeveel ga je er nu voor 1853 bestellen, Johannes?

 

Of … wàs Johannes Numans eigenlijk wel zèlf verantwoordelijk voor het bestellen van deze vóórbedrukte documenten, of was dat iemand anders??

Of kreeg de Dreumelse gemeente er, zonder eerst gehoord te worden over het gewenste aantal, zomaar een willekeurig aantal toegezonden? En … door wie dan?

Johannes Numans werd benoemd in het jaar 1840, zoals gepubliceerd in De Arnhemsche Courant :

 

 

 

 

Naar aanleiding van bovenstaand artikel ontving ik medio april 2012 de navolgende - zeer leerzame - reactie van een lezer.

Ik heb uw verhaal gelezen over het Supplementoir register. Dat klopt niet helemaal.

De Burgerlijke Stand van elke gemeente stond onder streng toezicht van de De Rechtbank van Eersten Aanleg in het Arrondissement, later Arrondissementsrechtbank geheten.

Elke ambtenaar van de Burgerlijke stand moest jaarlijks opgegeven hoeveel akten hij dacht te gebruiken. Hij kreeg deze verstrekt op gezegeld papier. Kwamen er meer geboorten, huwelijken of overlijden, dan moest hij opnieuw naar de Arrondissements rechtbank aldaar gewenst formulieren te bekomen.

Elke akte wordt in tweevoud opgemaakt. Het dubbel moet hij na afloop van het kalenderjaar inleveren bij de officier van de Rechtbank, opdat de Rechtbank kan beschikken over de gegevens. Dit is ter waarborg van de onafhankelijkheid van de Rechterlijke ten opzichte van de bestuurlijke macht zo geregeld. Er zijn zelfs gemeenten, waarbij in sommige jaren 1e, 2e, zelfs een 3e  supplementoir register werd toegevoegd.

Aan het eind van het jaar moest hij de blanco formulieren met een streep ongeldig maken. Hij mocht dus deze blanco formulieren niet overhevelen naar het volgende jaar. Ik heb éénmaal gelezen bij een akte, die zes weken later werd opgemaakt vanwege dat het officiele formulier niet aanwezig was.

Bij de invoering heeft de ambtenaar zich aan nog meer voorschriften te houden.

De burger heeft het recht en de plicht de geboorte of het overlijden binnen 72 uren aan te geven. Is de burger nalatig en komt hij na die 72 uur voor het loket, dan mag de ambtenaar de inschrijving niet meer verrichten. Hij verwijst de burger naar de Arrondissement Rechtbank. De officier van de justitie maakt van de nalatigheid een procesverbaal op en zend dan de burger terug naar de desbetreffende gemeente. Het proces verbaal geeft de ambtenaar het recht om de akte als nog in te schrijven.

Vele van de deze voorschriften zijn terug te vinden in de Code Civil de Napoleon en na 1 oktober 1838 in het Nieuw Burgelijk Wetboek, dat vanaf de Code Civil Napoleon, ingevoerd in maart 1811 vervangt.

Nee, die Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van elke gemeente moest aan vele wetsregels voldoen.

Naam schrijver (Deze heeft nog geen toestemming gegeven voor publicering van zijn naam.)

(Oud-archivist, oud medewerker van het Rijksarchief te Groningen).