Oudjaarsavond, feesten,
                     rovers en moordenaars      
(deel 3 van 3)

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

33


(Deel 3 van 3):              Het nieuwsblad van het Noorden bericht op 10 maart 1932 het volgende:

 
 

(Bron: http://streekarchiefbommelerwaard.nl) Het Zalt-Bommelsch Nieuws- en Advertentieblad van 1 april 1932:

 
 

Het Zalt-Bommelsch Nieuws- en Advertentieblad van 29 april 1932:

 

 

 

Maar tenslotte: 

Het Zalt-Bommelsch Nieuws- en Advertentieblad van 2 september 1932:

 

 

Als auteur, als lezer, als nabestaande(n) van Leendert Tap, als enige dochter van Leendert Tap … ben je dan al snel geneigd om eindelijk de laatste bladzijde van dit gruwelijke boek om te slaan en het boek voor altijd op te bergen.

Maar, hoe is het de gebroeders Rovers eigenlijk verder vergaan? Toch ook broers van elkaar, broers van mogelijke zussen, zoons van ouders, mogelijk zelfs echtgenoten van echtgenoten en vaders van zoons en/of dochters, vrienden van vrienden en ingezetenen van een klein dorp waar iedereen iedereen kende en kent.

Leidraad bij deze zoektocht is b.v. de leeftijd van een van de moordenaars, in een krantenbericht in het Leeuwarder nieuwsblad van 2 januari 1932:

 
 

En zoals in Het Volk van 27 mei 1932: Of als in het Algemeen Handelsblad van 3 maart 1932:

 
 

Weliswaar wordt er een Gerardus Rovers in 1902 in Kerkdriel geboren en nog een Gerardus Theodorus Rovers in 1903, ook in Kerkdriel, maar het is onverantwoord om in deze van veronderstellingen uit te gaan in plaats van feiten. En die zijn vooralsnog niet en nergens voorhanden.

Langdurige naspeuringen, overlijdensakte na overlijdensakte, zoekend van (de laatste digitaal beschikbare in de gemeente Driel) 1942 terug naar 1932, levert wel overleden Rovers op, maar geen die zouden kunnen voldoen aan het uiterst weinige dat we van de gebroeders Rovers wisten en weten.

Volgens mevrouw Leny van Soelen-Tap gaat het verhaal dat een van de broers in de gevangenis zou zijn gestorven en dat de overige twee mogelijk amnestie zouden hebben gekregen als gevolg van het huwelijk van Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina van Oranje-Nassau met Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld.

 

In de Nieuwe Rotterdamsche courant van 23 februari 1936 staat:

 

 

In het Nieuwsblad van het Noorden van 24 februari 1936 staat:

 

 

Op 7 januari 1937 trouwt Juliana met Bernhard van Lippe-Biesterfeld.

 

Maar over een amnestie, die afgekondigd zou zijn rond het huwelijk van de moeder van de moeder van onze huidige koning, is slechts dit vindbaar:

 

 

Dhr. Effendi spreekt de Tweede Kamer toe en in zijn relaas maakt hij de volgende opmerking:

 

 

Wel … wordt “Algemene gratie” verleend. De relevante secties:

5. Bij gelegenheid van het op 7 januari 1937 gesloten huwelijk van Prinses Juliana: bij K.B. van 17 en 28 december 1936, nrs. 55 en 32, en vervolgbesluiten een algemene lijstgratie".

6. Bij gelegenheid van het op 6 september 1938 herdacht 40-jarig Regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina: bij K.B. van 26 augustus 1938, nr. 8, en enkele vervolgbesluiten een algemene lijstgratie".

Er wordt nog wel een amnestie afgekondigd, ter gelegenheid van het 50-jarig ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina, in 1948. Maar dat is nadat de gebroeders Rovers hun straffen al hadden uitgezeten.

Er is echter geen enkele informatie, waar dan ook, voorhanden dat deze gratieverlening van of Juliana en/of Wilhelmina tot gevolg heeft gehad dat de Rovers-broers eerder dan rechtelijk verordonneerd vrij zouden zijn gekomen. Overigens … er zijn echt nèrgens gegevens te vinden over deze broers. En dat moeten we wijselijk maar zo houden.

Voor de goede orde, terugkomend op de moord op vier rijksveldwachters te Grootegast (Groningen):

 

 
 

Dit episch verhaal over en ter volle nagedachtenis van Leendert Tap kan en mag nu afgesloten worden.

 

Leendert Tap is uiteindelijk recht gedaan.

 

 

Hedentendaagse, in ernst en aantal toenemende, klachten van overheidspersoneel met een publieke taak, dat ze agressief en onheus worden behandeld en bejegend, verdienen terecht de volle aandacht.

Om drama’s zoals in Kerkdriel en Grootegast nog vóór de kiem te kunnen smoren.

Een plotselinge laatste gedachte komt ineens bij me op. Wat moet het ook vreselijk geweest zijn voor al degenen waar de gebroeders Rovers familie van waren en mogelijk nog zijn. Voor hen toch ook een drama van ongeëvenaarde proporties.