Dreumelse kerstkindekes

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

34


 

 

Tientallen keren hebben mijn zus en ik ons in onze jeugden door de kinderbijbel, geschreven door Anne de Vries, heen geworsteld en -gelezen. Daarbij, na iedere warme maaltijd, geholpen door onze verder niet belijdende ouders. Mijn gedachten over het geloof hebben zich destijds rudimentair gevormd en hebben geen belangrijke veranderingen meer ondergaan.

 

Gedurende de kerstdagen – zo gingen die gedachten ongeveer ‒  vieren we de geboorte van Jezus … geen plaats in een herberg voor een man en zijn op een ezel gezeten nog maagdelijke maar – een bij uitstek contradictio in terminis ‒ hoogzwangere vrouw … dan maar de dierenstal of de grot in … de vrouw (dan niet meer op de ezel) bevalt … het daar zo goed dat ze … bevalt van Jezus … drie koningen op dromedarissen of kamelen, die daar per ongeluk toch net voorbij kwamen … een ster hoog aan de hemel … of was het eerst de ster en dan de koningen … en … ehh … dat was het wel in bijna volle omvang en eenvoud.

 

Vele eeuwen lang al hebben ongelofelijk veel mensen, die claimden er verstand van te (willen) hebben, zich gedurende bijna net zo lange tijd gebogen over de kwellende vraag wanneer Jezus nu echt werd geboren. Vrijwel unaniem zijn ze het er slechts over eens dat het niet op de 25e december kan hebben plaatsgevonden. Immers, december is zo mogelijk wel de meest ongunstige maand voor herders uit Judea om des nachts onder de sterrenhemel de wake te houden over hun schapen. December werd en wordt daar gekenmerkt als de zowat natste maand van het jaar.

 

Toch werd de 25e december uiteindelijk door de Rooms-Katholieke Kerk uitgeroepen tot de dag waarop de geboorte van Jezus moest worden gevierd.

   

Keizer Constantijn, die in de vierde eeuw na Christus, als eerste Romeins monarch, het christelijke geloof beleed, heeft belangrijke potten gebroken voor zowel het katholieke geloof als voor de 25e december. Per slot van rekening vond op die datum de midwinterzonnewende plaats. De nachten zijn dan het langst, de dagen het kortst en na de zonnewende worden die respectievelijk weer korter en langer.

 

Hèt moment om een feestje te bouwen. Voor de heidenen wel te verstaan. Pas in de vijfde eeuw (dat is de periode van het jaar 401 tot en met 500) na Christus gebood de Roomse kerk haar volgelingen om op 25 december de geboortedag van Jezus te vieren. De toch wel alles en met name mijn gedachten tot voor kort overheersende aanname dat we dus al een slordige 2013 jaar lang vieren dat Jezus’ in memoriam-verjaardag op 25 december valt, is zodoende een foute. Haal er maar gerust een jaartje of omstreeks de vijf eeuwen vanaf! Nóg lang genoeg sindsdien trouwens om dit feest stevig verankerd te krijgen als dè dag waarop zijn geboorte over de hele wereld werd, wordt en zal blijven worden gevierd. Ook al was en is dat wetenschappelijk niet en hoogst waarschijnlijk nooit meer aantoonbaar.

 

Al ijverig schrijvend en steeds maar corrigerend aan dit artikel, drong een vraag zich aan me op, waar ik in de afgelopen 61 jaren nauwelijks, ik durf wel te stellen nooit, over nagedacht heb.

Waarom zijn er eigenlijk twéé kerstdagen? Een ieder, zelfs Jezus, wordt tenslotte maar op één dag geboren.

Het zou een onwaarschijnlijk lange zoektocht hebben kunnen zijn om achter het antwoord op deze vraag te komen, als internet niet ‘tot ons was gekomen’. Maar dat deed het wel en via dit medium wordt de meest aannemelijke verklaring voor het fenomeen tweede kerstdag gegeven.

 

Vroeger, erg lang geleden, moest er op eerste kerstdagen gewoon gewerkt worden door in (andere dan hun eigen) huishoudens bedienend personeel. Weliswaar wordt op ontelbare akten en vele en de meeste jaren lang het beroep van werkende moeders en echtgenoten niet vermeld. Maar vond een gemeentelijk secretaris het in een willekeurig jaar ineens wèl gepast, of mogelijk zelfs terecht, om ook het beroep van de vrouwen te duiden, dan valt het op hoeveel (ook een paar mannelijke) dienstmeiden of dienstboden er waren. Die dus op hun werkplek behoorden aanwezig te zijn op een zo belangrijke feestdag, voor hun werkgevers, als eerste kerstdag was en is.

Deze werkgevers waren echter (kortstondig) de beroerdsten niet en zo kreeg het bedienend personeel vaak de dag na eerste kerstdag vrij, zodat ook zij in staat werden gesteld, zij het een dag te laat en als boter na de maaltijd, om te vieren en eventueel familie te kunnen bezoeken. Gelouterd enerzijds door het feestgedruis op eerste kerstdag en anderzijds daartoe opgeroepen door hun kerkelijke voorgangers, waren deze werkgevers niet geheel onwillig om het personeel ook nog iets mee te geven ter verhoging van hun feestvreugde op de dag na eerste kerstdag.

 

Het kerstpakket, dat destijds die naam nog onwaardig zal zijn geweest, vindt daar zijn oorsprong en … aangezien de goede giften huiswaarts werden meegenomen in dozen, heet de tweede kerstdag in Engelssprekende landen dan ook BOXing day, letterlijk vertaald: doosdag.

 
 

De naar het schijnt allereerste kerstkaart werd in 1843 gemaakt door tekenaar John Callcott Hersley. Gedurende zijn leven en dat van zijn lot- en tijdgenoten, was het naar elkaar schrijven van lange brieven, te lezen op de eerste kerstdag, de gewoonste zaak van de wereld.

Eens per jaar jouw belevenissen gedurende het voorbije jaar schriftelijk aan anderen melden. En als je daar een keer veel te laat mee was begonnen, dan maar snel een tekening gemaakt voorzien van luttele woorden en snel op de post gedaan, slechts voorzien van telkens andere adressen. Zo werd de kerstkaart (van Mr. Hersley) geboren.

 

De eerste in een boek vertoonde afbeelding van een kerstboom, inclusief kaarsjes, poppen en kinderspeelgoed verscheen in 1876. (Kinderfeesten van P.J. Andriessen).

Wat zou de meest ultieme wens kunnen zijn van een streng gelovig Dreumels echtpaar, dat zowel kennis had van het aanstaande kerstfeest, als ook van de ongeveer 280 dagen durende draagtijd van een eerste of volgend kind?

“Zou het niet prachtig zijn als ons kind op dezelfde dag geboren zou worden als Jezus”, hoor je de zwangere moeder zowat wensen. Des vaders zou waarschijnlijk de gedachte zijn dat zulks prima uit zou komen, aangezien je dan minder makkelijk de geboorte-, c.q. verjaardag van tenminste één kind zou kunnen vergeten.

 

Geen haar op mijn hoofd die er ook maar enig idee over heeft of aanstaande of al ervaren ouderparen zich gestructureerd met kindermakende bezigheden hebben beziggehouden, met een plan in hun beider hoofden om het kind, vermits dat ervan mocht komen, te laten geboren worden op een eerste of tweede kerstdag.

Vraag me ook uitdrukkelijk niet om een verhandeling te openbaren over de meest geschikte rekenmethode om een kind op een specifieke datum het levenslicht te laten zien. Huidige medische wetenschappers zijn in staat een baby geboren te laten worden op een ander moment dan wanneer hij of zij zich spontaan zou hebben gepresenteerd. Uit eigen ervaring weet ik dat ze dat in 1989, en wie weet hoeveel eerder, ook al konden.

Al met al gelukte het tussen 1811 en 1902 slechts een vrij gering aantal Dreumelse kinderen om op eerste of tweede kerstdagen geboren te worden. En een nog veel geringer aantal daarvan zal dit te danken hebben aan een vorm van voorbedachten rade van (één van) hun ouders.

Van de in totaal 4997 geregistreerde Dreumelse geboorten in de aangegeven periode, waren er slechts 17 die op een eerste en slechts 15 die op een tweede kerstdag werden geboren. Geen aantallen om over naar huis te schrijven, maar net genoeg om te vermelden in deze laatste Ouwe koe van 2013.

En nu de spanning en anticipatie op de climax van dit verhaal tot ongekende hoogte zijn verrezen, zijn hier dan de namen van al die gelukkigen, die op dezelfde dag werden geboren waarop “we” de geboorte van Jezus vieren. Of, en tegenwoordig en, op Boxing day.

 

 

 

Maar … als je nu zelf toch op eerste of tweede kerstdag in Dreumel bent geboren, maar je hebt nooit kinderen gekregen? Geen geboorteaktenregistratie dus. Of je bent weliswaar, een of meerdere keren, ouder, maar je eigen geboortedata komen pas naar voren tijdens de huwelijksaktenregistratie. Dan ben je toch een kerstkind. Deze speciale kerst-Dreumelnaren komen pas bovendrijven tijdens het registreren van de huwelijksakten. Waarop de geboortedata van het trouwende paar ook geregistreerd worden, als ook de eventueel eerste of tweede kerstdag-geboortedata van de ouders mèt kinderen.

De volgende Dreumelnaren komen voor wat betreft geboortedata niet voor op geboorte-, maar slechts op huwelijksakten. Geboren op eerste kerstdag:

 

 
 

 

En wat … als je geen kinderen (geboorteakten) in Dreumel hebt gekregen en … je bent ook (huwelijksakten) niet in Dreumel getrouwd … en op overlijdensakten staan in ieder geval al geen exacte gegevens over je geboorte (alleen je leeftijd bij overlijden) … en je zou tóch op eerste of tweede kerstdag zijn geboren, dan … blijft dat tot in lengte der jaren voor altijd (hier) onvermeld.

Maar ja, dan ben je ook geen authentieke Dreumelnaar!

 

 
 

 

Je móet hoop blijven koesteren.

Zonder hoop heeft het leven geen betekenis meer.

Zonder hoop betekent het leven

steeds minder

en

minder

en …