redactie - Tineke Vink - Liefkens
|
|
Bericht van onze
vertalers van Tremele. Zij hebben bij het regionaal archief in
Nijmegen raadsverslagen gevonden uit 1859 van de gemeente Dreumel.
Lees en huiver (originele
spelling gehandhaafd): |
|
Zaturdag den 17e
December 1859
De voorzitter
opend de vergadering alle de Raadsleden waren verteegenwoordigd.De
Notulen
der vorige vergadering
werden geleezen en goedgekeurd.
Vervolgens
werdt - in overweging genomen zijnde dat de veelvuldige musschen,
die zich in deeze Gemeente bevinden, veele schade aan den landbouw
toebrengen, en het alzoo nodig en nuttig wordt geächt, dezelve zo
veel mogelijk uitteroeien, voor de kosten van dien is zooals in de
begroting voor 1860, eene post uitgetrokken.
Wordt besloten:
Voor elke mus
die gevangen en gedood wordt ene premie van ééne cent
toegestaan.
De vertoning
deezer doode musschen zal tweemaal per week, des Dingsdag en
Zaturdags moeten plaats hebben bij en aan de Raadsleden H. Vink, G.
van Wichen en D. Merks, dewelke, na de pootjes van de mussen te
hebben afgeknipt, de uitbetaling der premie zullen doen.-
(einde citaat) |
……………………………………………………. |
|
Nou, ziet u het al
voor u:
In een muffig
ruikend gemeentehuis staan drie heren in het beste pak te
wachten op boeren en buitenlui. Die komen binnen, laten de
klompen netjes bij de deur staan en lopen vervolgens, op
zelf gebreide geitenwollen sokken, naar een hout omrand
loket. Openen een jute zak en leggen de mussen neer op het
plankje van het loket.
De heren die de mussen in ontvangst nemen kijken een beetje
vies naar de dode vogeltjes. Maar het afknippen van de
pootjes moet gebeuren. Anders konden de boeren wel eens twee
keer met dezelfde mus 1 cent komen innen. Zo beslist de
Burgermeester. |
|
|
mannetje huismus |
|
|
Nu, 150 jaar verder, de
huismus:
Kenmerken |
|
De huismus wordt
vaak verward met de ringmus en heggenmus. Nu alleen de
huismus.
Latijnse naam:
Passer domesticus. De huismus is ongeveer 14 cm. lang en
weegt 30 gram. Het mannetje is het meest opvallend. Hij
heeft een grijs pakje aan, een grijs petje op
en een zwarte borst. Zeg maar dat hij een zwart
slabbertje voor heeft.
Het vrouwtje is
geheel grijsbruin. Heeft gestreepte kleuren in de
vleugel. En een mooi ooglijntje boven haar pientere oogjes.
|
|
|
vrouwtje huismus |
|
|
De ringmus haal je er
zo tussen uit omdat beide geslachten een zwarte wangvlek
hebben.
Het geluid is het
typische tsjilpen.
|
Leefgebied |
De huismus is van oudsher
een begeleider van de mens. Van boerderijen in de wildernis tot
grote steden. Als de mens wegtrekt verdwijnen na een poos ook de
mussen
Huismussen houden van
mensen. Niet omdat ze zo aardig zijn, maar de mens creëert
Luilekkerland voor hen. Slim als ze zijn hebben de huismussen zich
aangepast aan onze manier van leven. Vroeger waren de paardenvijgen
op straat een erg aantrekkelijke versnapering. Nu vinden ze de
hondendrol ook prima. De hondendrol is op dit moment de
belangrijkste voedselbron voor de huismus.
Huismussen nestelen graag
onder dakpannen, struiken en bomen.
Als de huismussen het naar
hun zin hebben blijven ze in groepen in hun straatje. Ze weten
precies welke kat gevaarlijk is of niet. Ze kunnen elkaar
waarschuwen met speciale signalen of het gevaar vanuit de lucht
dreigt of op de grond. |
|
|
Uitbreiding:
De huismus blijft in de
omgeving waar hij geboren wordt. Er wordt het liefst onder de
dakpannen een wat rommelig nest gemaakt. Papa en mama mus
bouwen samen, van alles gebruiken ze. Paardenhaar, schapenhaar,
veertjes, droge grassprieten, takjes, mos, maar ook katoen en
papier. In de winter gebruiken ze het nest als slaapplaats.
Maar in het voorjaar
zal het mannetje aandacht trekken bij het vrouwtje door met
veel te grote witte veertjes rond te sjouwen. |
|
Er kunnen wel 3
tot 4 broedsels per jaar gelegd worden. Met 4 tot 5
donkergrijze gestippelde eitjes.
De jong geboren
musjes sperren hun bekjes wijd open als er iemand in de
buurt komt. De eerste dag krijgen ze dierlijk voedsel. Maar
snel zal het dieet gevarieerd worden met plantaardig
voedsel. Na ongeveer 12 dagen vliegen de kleintjes uit. Papa
mus is een brave huisvader. Want als mama mus alweer op het
volgende broedsel zit dan moet papa mus de uitgevlogen
kleintjes nog enige tijd bijvoeren. |
|
|
mannetje huismus met nestmateriaal |
|
Bijzonderheden |
De huismus staat op de rode
lijst. De populatie is de afgelopen decennia drastisch afgenomen
door verschillende veranderingen.
Zoals: De daken te goed
geïsoleerd. Tuinen die geheel betegeld zijn. Geen ligusterheggen
voor beschutting. Paard en wagen zijn vervangen door auto’s.
Door moderne landbouw blijft er minder graan liggen. Mest wordt
afgesloten waardoor er aanmerkelijk minder insecten zijn. Er zijn
meer katten gekomen. Loodvrije benzine is goed voor het milieu, maar
er zitten andere stoffen in die insecten doden waar de mus van moet
leven. Die stoffen zijn ook schadelijk voor de mus zelf. Ook worden
er minder tafelkleden buiten uitgeklopt waar verrukkelijke
broodkruimels op gemorst waren. |
|
|
foto: R. Burgmeijer |
|
Conclusie:
Wij moeten nestgelegenheid onder de daken creëren. Ruw terrein
en voldoende heggen en begroeiing aanleggen. Zorgen dat de huismus
een heerlijk zand- en waterbad kan nemen. Dit is geweldig om af te
kijken. Er is niets mooiers dan de familie Mus in bad te zien gaan.
Ze kunnen bijna niet op elkaar wachten. De spetters vliegen alle
kanten uit. En als ze vervolgens doezelig in het zonnetje zitten te
drogen is het plaatje kompleet.
Groetjes Tineke Vink- Liefkens. |
|