Kenmerken
De platbuiklibelle (Libellula depressa) is een forse libelle,
39/48 mm.
Extra groot lijkt hij door het brede platte achterlijf. Aan
de voor- en achter vleugelbasis zijn donkere vlekken met
opvallende gele aders. Het mannetje heeft een blauw
achterlijf met langs de segmentranden gele zomen. Het
vrouwtje heeft een oranjebruin achterlijf met ook gele
zomen.
Leefgebied
We komen de libellen tegen bij pas gegraven poelen, vijvers
en sloten. Maar stilstaand en zwakstromend water is ook
prima. Omdat de libelle zeer mobiel is, kan hij ook snel
nieuwe wateren vinden.
Uitbreiding
Het vrouwtje legt het eitje in een holle stengel of rottend
hout. Dan begint een levenscyclus van twee jaar onder water
van ei tot libelle.
Na 180 dagen komt de nimf uit het eitje. Hij ademt met
kieuwen in het uiteinde van het achterlijf. De nimfen zijn
rovers en leven van kleine waterdiertjes. Libelnimfen
vervellen 15 keer. In het tweede jaar is de nimf flink
gegroeid. Hij valt zelfs kikkervisjes aan.
Op dag 320 is de nimf uit het water gekropen. De huid splijt
open en na een uur komt de volwassen libelle geheel uit de
nimfhuid. De huid blijft gedroogd achter.
|