Ambrosia

roei hem uit!


redactie - Wilma van Oss


Alsemambrosia (Ambrosia artemissifolia)

Naamgeving

De geslachtsnaam Ambrosia is Grieks voor ‘voedsel van goden’, waardoor deze eeuwig leefden, volgens de legende.


In Nederland komen drie ambrosiasoorten voor: Alsemambrosia, Driedelige ambrosia en Zandambrosia. Deze laatste is in Nederland heel zeldzaam. De hier beschreven Alsemambrosia komt het meest voor in Nederland.
 

De soortaanduiding ‘artemissifolia’ verwijst naar de bladen die sprekend lijken op de bladen van een familielid Artemissia vulgare, die in het Nederlands Bijvoet heet.


De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika. De plant is hier ingevoerd door de import van kippen- en vogelvoer, waartussen zich ook de zaden (nootjes) van de ambrosia’s bevinden.

 

Deze nootjes zijn omgeven door een omwindsel met stekels. Hierdoor blijven ze haken in de vacht van dieren en worden zo verspreid.

De plant hoort tot de familie Composieten (Asteraceae).

   
Groeiplaats
Ambrosia komt voor op zonnige, open plaatsen, en op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. Je vindt de soort op omgewerkte bermen, akkers, in tuinen en op het terrein van de steenfabriek en langs de oevers van de Waal.
 
Herkenkenmerken  
   

De bloempjes zijn of vrouwelijk of mannelijk en zitten bij  elkaar langs de bloeistengel (in een aar).

De groene, klokvormige, 3 millimeter grote mannelijke bloeiwijzen (hoofdjes) hangen naar beneden.
 
De grijs-witte, vrouwelijke hoofdjes zijn 1-bloemig. Deze zitten weinig opvallend onder de mannelijke bloemhoofdjes.

Alle drie de ambrosiasoorten bloeien van eind augustus tot en met oktober.

Deze éénjarige plant kan 20 centimeter tot 1 meter hoog worden.

   

 

Meestal zijn de bladeren dubbel geveerd. Van onderen zijn ze grijsgroen. De plant lijkt heel erg op Bijvoet  maar de onderkant van het blad van deze soort is wit door de viltige beharing.

 
 

De gesteelde bladeren staan meestal tegenover elkaar. De, vertakte stengels zijn kantig, vaak roodachtig.

 
   
Roei hem uit!

Het stuifmeel geeft een heftige hooikoortsreactie, evenals het aanraken van de bloeiwijze. De late bloei van de plant, in september en oktober, verlengt het hooikoortsseizoen met twee maanden. Bij een warmere zomer gevolgd door een warme herfst kan de plant steeds beter in Europa gedijen.

Per plant kan tot een miljard pollen verspreid worden, waarbij de allergische werking van de pollen enkele malen sterker is dan die van gras, de tot op heden voornaamste oorzaak van pollenallergie.

In Nederland is de laatste jaren een sterke groei geconstateerd van het aantal ambrosiapollen in de lucht. Daarom wordt er nu een oproep gedaan om de plant uit te roeien. In Zwitserland, Oostenrijk en Hongarije is dit al verplicht.

 

En zo doe je dat:

De meest effectieve methode om ambrosia te bestrijden is het met wortel en al verwijderen van de plant. Als er een paar centimeter van de plant blijft staan, zal de plant snel uitlopen en binnen twee weken weer in bloei kunnen komen.

Het is belangrijk om de plant met handschoenen aan te verwijderen en ervoor te zorgen dat hij niet in contact komt met de huid. Ambrosia bevat stoffen waarvoor je een heftige allergie kunt ontwikkelen. Dat geldt vooral het stuifmeel, maar ook opname van die stoffen door de huid kan al tot overgevoeligheid leiden. Voorkom dus huidcontact
met de plant en adem geen pollen in.


Ambrosia is een éénjarige plant waarvan alleen de zaden de winter overleven. Het is daarom belangrijk om zaadvorming te voorkomen, of de planten met zaden en al te vernietigen. Gooi de planten dus niet bij het groenafval. Dan worden ze gecomposteerd en komen de zaden weer terug in het milieu. De ambrosiaplanten zullen moeten worden afgevoerd naar een vuilverbrandingcentrale, dus horen in de vuilcontainer.