Rupsklaver

sierlijke vruchtjes, het herkenmerk


redactie - Wilma van Oss


Rupsklaver (Medicago spec.)

Twee van de zes inheemse soorten die tot dit geslacht behoren, kun je zeker ook in Dreumel aantreffen en worden daarom hier besproken.
   
Naamgeving  
Hopklaver (Medicago lupulina). De naam Hop heeft de soort te danken aan Hop (Humulus lupilus), omdat de bloem op de vrucht van deze soort lijkt.   Luzerne (Medicago sativa) is een voedergewas dat zich ook gevestigd heeft in o.a. de bermen. De soortaanduiding Sativa betekent: die gezaaid wordt. Dit geeft aan dat je hier te maken hebt met een cultuurgewas.
     
Groeiplaats    
Hopklaver komt voor in graslanden en bermen, maar ook op stenige plaatsen (tussen de tegels van het terras bijv.). Luzerne is na verwildering ingeburgerd in wegbermen.
     
Herkenkenmerken    

 

 

Hopklaver is een 7 tot 50 cm hoge ייn- of tweejarige plant.

De plant bloeit van april t/m september in dichte bol- tot eivormige bloeiwijzen met meestal 30 tot 40 bloemhoofdjes bestaande uit 2 - 3 mm lange gele bloempjes.

De stengels zijn min of meer rechtopstaand of liggend, vierkant en verspreid behaard.
De peul is niervormig
.
 
 
 

Luzerne is een 30 tot 80 cm hoge overblijvende plant.

De plant bloeit van juni t/m september in donker blauwpaars, blauw of soms witte ei- tot cilindervormige trossen.

Stengels opstijgend tot rechtopstaand.

De peul is spiraalvormig gewonden met 1,5 - 3,5 winding.
 
     



De soorten die horen bij het geslacht Rupsklaver hebben evenals klaversoorten 3-tallige blaadjes. Toch kun je ze gemakkelijk uit elkaar houden.

De peulen van de rupsklaversoorten zijn nier- of sikkelvormig of slakkenhuisvormig opgerold, terwijl die van de klaversoorten recht of zwak gebogen zijn (als peulen van erwten en bonen).

   
Gebruik  
Luzerne is een plant die al meer dan 2000 jaar voor veevoer wordt verbouwd. Luzerne was het voer voor de cavalerie en de trekpaarden van de oude Grieken en Romeinen en is een uitstekend groenvoer. In de landen rond de Middellandse Zee is luzerne nog steeds belangrijk als veevoer. Voor gras is het daar een groot gedeelte van het jaar te droog.