Akkerdistel

boerenplaag


redactie - Wilma van Oss


 

Akkerdistel (Cirsium arvensis)

Naamgeving
Distel is een gemeenschappelijke naam voor verschillende soorten van stekelige kruiden.

De Nederlandse geslachtsnaam is vederdistel (Cirsium) en is vernoemd naar het haar van het vruchtpluis dat geveerd is, dat wil zeggen: van zijhaartjes voorzien. Om dit te zien heb je wel een loep nodig.

 
Arvensis verwijst naar zijn groeiplaats: de akker, evenals de Nederlandse naam Akkerdistel.
 

 

Groeiplaats
De akkerdistel is de in Nederland meest voorkomende soort van het geslacht vederdistel. Deze soort vind je vaak massaal op akkers, braakliggende grond en open plekken in bermen, weilanden en tuinen.
 
Herkenkenmerken
 
  De bloemhoofdjes staan op lange stelen in schermvormige pluimen. De bloemhoofdjes bestaan uitsluitend uit lichtpaarse buisbloemen. Ze bloeien van juni tot en met september.  
  De aan de bovenzijde donkergroene bladeren zijn ‘gestekeld’, en/of veerspletig en vaak gekroesd. De overblijvende plant wordt 60-120 cm en breidt zich uit met een wortelstok.  
 

Boerenplaag
Het predikaat ‘onkruid’ krijgt een plant als hij zich vestigt op plaatsen waar de mens niet blij mee is. En dat doet de akkerdistel.

Honderden insectensoorten zijn wel heel blij met de akkerdistels. Voor de distelvlinder is de plant zelfs de voedselplant voor de rupsen.

Daarnaast is de akkerdistel drachtplant voor bijen en hommels. Deze insecten én de zaden van de distel trekken weer vogels aan.

De putter bijvoorbeeld, die niet voor niets ook de naam distelvink draagt. Daarom zijn in natuurgebieden en heemtuinen distels wel zeer gewaardeerde planten.

 

 

Een onkruid wordt nog meer gehaat als je het ondanks verwoede pogingen niet weg krijgt en erger nog, dat als je dat probeert het zich zelfs nog meer uitbreidt. En de akkerdistel is er zo een. Het is de meest algemeen voorkomende en meest verguisde distel. De bijnaam ‘boerenplaag’ spreekt boekdelen.

Het is de enige distel met een wortelstok. Elke fractie van de wortelstok kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Vandaar het gezegde ‘distels trekken is distels stekken’. Dit omdat er altijd stukjes van de wortels in de grond achterblijven waar dan weer nieuwe akkerdistels uit groeien. En maaien helpt alleen als je dat doet voor de bloei, want anders geldt het gezegde ‘distels maaien is distels zaaien’. Dit, omdat akkerdistels snel hun zaden loslaten.