DE TREURWILG
VAN HET KERKHOF
O boom vol
schoonheid en vol lof
Wat is U toch
gebeurd,
Die de doden
van dee’z hof
Uw leven hebt
betreurd!
Om U, de
trots van Maas en Waal
Zal elk een
treurlied zingen,
Nu gij valt
door ’t moordend staal
Voor een paar
zilverlingen.
Al zijn wij
allen ook verstoord
Gij zijt niet
meer, gij zijt vermoord,
Helaas zijn
dee’z gedane zaken
Nimmer ooit
weer goed te maken.
Elk zal U
missen als een vriend
Die nooit
iets is verweten,
Dit lot hebt
gij toch niet verdiend,
Ik kan U niet vergeten!
|