Drie stiefmoeders en een nimmer                             tevoorschijn gebracht lijk

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

18


’t Is ons helaas niet allemaal gegeven om met één en dezelfde vrouw te mogen huwen en daar oud mee te mogen worden. Weliswaar, met uitzondering van vrijgezellen, trouwen we allemaal (als we trouwen) of sluiten we een samenlevingscontract af (als we schriftelijk afspraken willen vastleggen) of laten we onze relatie middels een geregistreerd partnerschap vastleggen. In de hoop, veronderstelling en zeker ook de gekoesterde verwachting, dat ons een lang en genoeglijk gemeenschappelijk leven beschoren zal zijn.

Edoch, de werkelijkheid van alledag, en meer nog die van alle jaren, is veel weerbarstiger dan waar we naarstig op hopen en hoopten. Afgezien van meestal negatieve omstandigheden die ons nopen om een relatie weer te moeten of willen verbreken en die dan wederom op diverse manieren officieel geëffectueerd moeten worden, is het tot een einde komen van een relatie ook regelmatig het gevolg van waar we, mogelijk na jaren van verdriet, ellende en strijd, toch uiteindelijk blijken geen invloed op te hebben kunnen uitoefenen.

Alle gebeurtenissen, vooral die, die na verloop van tijd en achteraf blijken grote gevolgen te kunnen hebben, beginnen met aanvankelijk geheel onbeduidende voorvalletjes. Zoals …

 

De geboorte van Maria van den Hurk, op 5 september 1814.

Haar ouders, Lindert van den Hurk en zijn vrouw Maria Kooijmans registreren haar als eerste van hun kinderen die in Dreumel werden en nog zullen worden geboren.

De leeftijden van zowel Lindert als zijn echtgenote Maria zijn niet op de geboorteakte vermeld.

Vader en moeder en kind verwerven met deze geboorteakte ieder een persoonlijk dossier, waarin alle persoonsgebonden gegevens worden vermeld en verzameld.

 
   

Er staan ook geen leeftijden op de geboorteakte, die samengesteld wordt op het Dreumelse gemeentehuis na de geboorte van …

   

   

… Cornelia van den Hurk op 30 november 1815. Vader Leendert van den Hurk en moeder Maria Kooijmans.

Hetzelfde constateren we wederom op de geboorteakte van het derde Van den Hurk – Kooijmans- kind …

   
   

… Jelus van den Hurk wordt op 16 februari 1817 geboren. Vader Lindert van den Hurk en moeder Maria Kooijmans.

Al deze geboorten worden opgenomen in de database van alle Dreumelse geboorteakten en de betreffende persoonlijke dossiers.

In het jaar 1824 komt deze geboorteakte aan de orde.

   

   

En alhoewel je achteraf zou kunnen stellen dat het één en dezelfde persoon betreft, gaf de naam van de vader, Leendert van den Hurk in combinatie van de naam van de moeder, Geertruij van der Lee, bij het eerste aanschouwen van deze akte slechts aanleiding om weer twee nieuwe persoonsgebonden dossiers aan te maken (op 19 april 2011) voor zowel paps als mams. Hendrikus van den Hurks geboorteakte werd zodoende opgeslagen in niet alleen deze twee dossiers, maar eveneens in een spiksplinternieuw eigen dossier.

Maar Lindert van den Hurk en Maria Kooijmans hebben/hadden ook al twee persoonsgebonden dossiers met de eerstgenoemde drie geboorteakten daarin vermeld. Deze twee dossiers werden al op ‎27 oktober 2010 - 6 maanden eerder - aangemaakt. Lindert, casu quo Leendert van den Hurk heeft nu dus twee dossiers … merk je heel ver achteraf. De ene vrouw heet Maria Kooijmans, de andere Geertruij van der Lee. Lindert/Leendert heeft drie kinderen bij Maria en een kind bij Geertruij.

Uren, dagen, maanden verlopen, terwijl ondertussen alle Dreumelse geboorteakten die digitaal beschikbaar zijn langzaam maar gestaag worden geregistreerd. Vanaf de geboortedatum van het laatste Van den Hurk-kind, 15 juni 1824, werd deze registratie uiteraard onversaagd en -vaard voortgezet. De hele reeks bevat 4870 geboorteakten vanaf 1814 tot en met 1902. De registratie van de complete reeks 1814/1902 werd eind mei 2012 vooralsnog tijdelijk afgesloten. Tot een nieuwe reeks, naar verwachting de tien jaren volgend op 1902, digitaal of anderszins zal worden geopenbaard.

De registratie van huwelijksakten wordt nu ter hand genomen, weer helemaal terug naar 1814. Terug naar welhaast onleesbare schrijverij, waarbij je je soms weleens, en geregeld vaak, afvraagt of de destijdse secretarissen zelf wel wisten wat ze schreven of hoe ze het moesten schrijven. De rode draad tijdens de uitoefening van hun functie lijkt wel slechts de uitspraak van een naam, een plaats, een familienaam, zelfs een beroep. Maar uiteraard ook de onvermoeibare secretariële vrijpostigheid in het ineens verofficialiseren van roep-, bij-, koos- en desnoods scheldnamen, waarvan de echo tot in de eeuwen die zouden volgen duidelijk hoorbaar zou blijven. Wisten de secretarissen veel!

Vaak - ter vergoelijking - was het overigens voor hen ook zowat onmogelijk om wat er geschreven diende te worden in te voegen in de destijds, toen al, voorgedrukte huwelijksformulieren. Daar waar de huwelijksakte, van alle typen akten, de meeste informatie bevatte die in één akte samengevat diende te worden, zie je dat er nooit enig inhoudelijk gesprek heeft plaatsgevonden tussen de gemeentelijke schrijvers en de drukkerijen. Alles - vonden de drukkerijen blijkbaar -  moest maar op één bladzijde samengepropt kunnen worden.

Zoals ook op deze huwelijksakte …

   

   

De huwelijksakte van …

 
   

   

… waarop gemeld wordt dat Lambertus van den Hurk weduwnaar is van Maria Cooijmans en … gaat trouwen met Geertruij van der Lee.

Pas nu, tijdens het proberen te “vertalen” en begrijpen van wat deze huwelijksakte allemaal verwoord en vele, vele maanden na het aanmaken van de eerder genoemde vier afzonderlijke persoonsgebonden dossiers, wordt pas duidelijk dat Lindert (van Maria (K)(C)ooijmans) en Leendert (van Geertruij van der Lee) en Lambertus van den Hurk in deze huwelijksakte, één en dezelfde persoon/personen is/zijn.

   

   

Maria (K)(C)ooijmans overlijdt op 25 mei 1819.

Lindert/Leendert/Lambertus van den Hurk trouwt op 28 maart 1821 met Geertruij van der Lee.

Huize Van den Hurk huisvest nu vier kinderen, drie van Maria en eentje van Geertruij. Daar komen er ook niet meer bij, althans niet die aangemeld werden bij de lokale burgerlijke gezagdragers. Het zou kunnen dat dit gezin is verhuisd van Dreumel naar elders, maar tot tenminste 1825 hebben ze in Dreumel gewoond. Althans in ieder geval vader Van den Hurk en zijn vier kinderen.

Want …

   

 

… ook Geertruij van der Lee komt te overlijden. Op 15 juli 1824.

     
(Waarom staat in Genlias vermeld dat haar partner …  is.
Op de doodakte staat Leendert als voornaam).  
 

Tussendoor kan niet onvermeld gelaten worden dat het gezin vanaf 23 maart 1823 niet meer uit de vader en de eerste stiefmoeder en vier, maar nog slechts drie kinderen bestaat.

 

 

Op die datum overlijdt Cornelia van den Hurk, op zevenjarige leeftijd.

Twee keer weduwnaar worden in één leven, en binnen 3,5 jaar na het overlijden van je eerste vrouw, is wel heel erg zuur.

Mogelijk was het toen, net als nu, ongepast om de doodsoorzaak, vermits natuurlijk, op de doodakte zelf te vermelden. Inzage in destijdse medische gegevens is niet mogelijk en dus is niet meer vast te stellen waaraan beide dames Van den Hurk (en Cornelia) zijn overleden. Maar het zou niet erg ver benevens de waarheid zijn als gesuggereerd zou worden dat een voor de hand liggende oorzaak gevonden zou kunnen worden in de epidemieën die toen welig om zich heen tierden.

 

Alhoewel deze afbeelding stamt uit 1919 en de ontsmetting laat zien van een woning van een tyfuslijder, wordt op  www.verreverwanten.nl op indrukwekkende wijze omschreven welke ziekten heersten in de 19e eeuw (1801-1900).

Armoede, eenzijdige voeding, ongezonde lucht, slechte hygiëne en lichamelijke verwaarlozing plus een schrijnend gebrek aan kennis van de geneeskunde en de effecten van geneesmiddelen hadden tot gevolg dat in de 19de eeuw cholera, pokken, difterie, influenza, tuberculose, kinkhoest, stuipen, mazelen en tyfus elk jaar slachtoffers eisten, vooral in de dichtbevolkte steden.

 
Omdat de veroorzakers van deze epidemische ziekten, bacillen en virussen, nog onbekend waren, greep men terug op traditionele theorieën. De lucht was bedorven; de lichaamssappenbalans was verstoord door een onregelmatige levenswijze, ongecontroleerde gemoedsaandoeningen, uitspattingen of een teveel aan onrijp fruit, groenten, zure drankjes en uiteraard alcohol.
 

Maria (K)(C)ooijmans en Geertruij van der Lee waren dus niet meer.

 

Vader Van den Hurk was arbeider en was ongetwijfeld overgrote delen van vrijwel alle dagen (behalve des zondags naar de kerk/kroeg) aan het werk om voor zijn kinderen te kunnen blijven zorgen.

Hoe hij de een jaar durende periode tussen het overlijden van Geertruij van der Lee en augustus 1825 is doorgekomen, al werkend, zorgend en huishoudend, of wie het zorg- en huishoudelijke gedeelte van zijn taken van hem, deels of geheel, over heeft genomen in die periode, is onbekend.

Maar op 18 augustus 1825 trouwt Lambertus van den Hurk voor de derde keer, deze keer met Petronella Hensen.

 

 

 

Op deze akte wordt dan weer netjes weergegeven dat hij weduwnaar is van Geertruij van der Lee en Petronella Hensen wordt de tweede respectievelijk eerste stiefmoeder van de drie kinderen Van den Hurk.

Immers, er waren inmiddels twee Hurk - (K)(C)ooijmans-nakomelingen en één Hurk - Van der Lee-nakomeling. En je kan er met enige vanzelfsprekendheid van uitgaan dat er, in de weinige vrije uren die Lambertus van den Hurk en Petronella Hensen gezamenlijk ter beschikking hadden, ook Hurk - Hensen nakomelingen nagestreefd werden. Maar er zijn geen Dreumelse geboorteakten van kinderen voortgebracht door het echtpaar van den Hurk - Hensen.

Een manier om te weten te komen of een echtpaar sowieso kinderen heeft voortgebracht is om aan Genlias te vragen welke personen met de achternaam Van den Hurk en een moeder met de achternaam Hensen … zijn overleden.

Een eerste zoekresultaat …

 

… dat ons leert dat er een levenloos kind werd geboren op 7 februari 1827.

Okay (nou ja!), even de desbetreffende doodakte erbij zoeken. Een makkelijke en snelle taak, sinds alle Dreumelse akten handmatig werden gedownload en de doodakte derhalve heel snel - op de eigen computer - is gevonden.

 

 

Doodakte nummer zes, waarop inderdaad geregistreerd wordt dat een levenloos kind ter wereld werd gebracht. Vader Van den Hurk en moeder Hensen (volgens Genlias … Heussen) zullen zeer ontsteld en verdrietig zijn geweest.

Maar … hè … de direct op doodakte zes volgende doodakte nummer zeven …

 

 

Vader en echtgenoot Van den Hurk vervoegt zich op 8 februari 1827, exact 24 uur na het aangeven van het levenloos geboren kind, weer ter griffie van het gemeentehuis. Deze keer om aan te geven dat zijn derde vrouw, Petronella Hensen, op de leeftijd van 31 jaar, ook is overleden.

Goeiedag, zeg. Of eigenlijk … slèchtedag, zeg.

Maria, zijn eerste vrouw, overlijdt op                               25 mei 1819.

Geertruij, zijn tweede vrouw, overlijdt op                       15 juli 1824.

En … Petronella, zijn derde vrouw, overlijdt op            8 februari 1827.

Jelus en Maria, de twee overgebleven kinderen uit het eerste huwelijk, en Hendricus, het enige kind uit de zeer kortstondige verbintenis met Geertrui van der Lee, hebben nu dus hun biologische moeders verloren en in een periode van drie jaren die volgen op 15 juli 1824 ook hun respectievelijke tweede en eerste stiefmoeder(s).

Met het allerbeste inbeeldingsvermogen kan er, zelfs als je zelf weduwnaar zou zijn of bent, nog niet eens bij benadering een enigszins juiste inschatting gemaakt worden van wat Lindert/Leendert/Lambert/Lambertus ervoer toen hij acht jaar na het overlijden van Maria en drie jaar na het overlijden van Geertruij, nu Petronella ten grave moest brengen, mogelijk tezamen met het levenloos geboren kind.

Het is onvoorstelbaar hoe hij de periode daarna heeft weten door te komen, daar waar zijn kinderen op 9 februari 1827 … dertien (Maria), tien (Jelus) en drie (Hendricus) waren, en er in 1827, en waarschijnlijk vele jaren daaromheen, geen compassie was van vooral werkgevers. Niet gewerkt zal geen geld betekend hebben!

Je kan veel over deze Van den Hurk beweren en dat heb ik al gedaan, maar zeker niet dat hij snel de moed in zijn schoenen liet zakken. Want dan zou er al snel geen ruimte voor zijn voeten meer zijn geweest!

Raad eens wat er op 29 december 1827 gebeurt … dus ruim tien maanden na het overlijden van Petronella.

 

 

 

Op deze datum trouwt Lindert/Leendert/Lambert/Lambertus van den Hurk voor de vierde keer … met Gertrudis Eijkman. Voor haar ook al een meerdere keer, want zij is weduwe. Van Dionijsius op den Camp, die 2 dagen eerder dan Petronella Hens(s)en, op 40-jarige leeftijd, op 6 februari 1827 te Nijmegen overlijdt.

Hetzelfde lot treft uiteraard en uiteindelijk Lambertus van den Hurk ook. Maar hij verbaast, en geheel buiten elke intentie zijnerzijds om,  zowel burgers als buitenlui wederom met de wijze waarop.

Zoekend naar en wachtend op het antwoord van Genlias op de vraag wanneer Lambertus, met als echtgenoot zijn vierde vrouw Geertruijda Eijkman, was overleden … produceert Genlias tenslotte weer eens een ongeëvenaard uniek antwoord …

 

 
 

Wat hiervan te denken of vinden, mede-dorpsgenoten ?

Deze vermelding op Genlias smeekt om verder uitgezocht te worden. Het eerste en simpelste waar je je over zou kunnen verbazen is dat er geen (eens een) vader en moeder van Lambertus worden vermeld. Geertruijda zou hebben kunnen voorstellen om die gegevens op te vragen bij de gemeente waar ze trouwde met Lambertus, dus Dreumel, zodat een van de vele vrijwilligers die Genlias (nog steeds?) schrijvend ondersteunen bij het invoeren van gegevens, tenminste had kunnen noteren dat zijn vader Cornelis van den Hurk was en zijn moeder Maria van Bisselik.

Maar het meest opzienbarend is zonder eraan te hoeven twijfelen toch wel het markantste verschil tussen datum van overlijden en de datum van de doodakte zelf. Respectievelijk 29 oktober 1829 en 2 juni 1831, twintig maanden later zowaar! Waaróm??

En daarom is het van aanzienlijk belang om dat vonnis te zoeken om te lezen wat zich daarop allemaal afspeelt. Maar in eerste instantie geeft de Nijmeegse doodakte al enige verduidelijking.

Was het al iemand opgevallen dat Lambertus van beroep was veranderd? Hij is op een gegeven moment van arbeider schipper geworden en het is, als je dat weet, dan ook ineens veel beter te begrijpen hoe het fatale ongeluk dat hem overkwam is overkomen.

 

 

Op de onderste helft van deze akte wordt als volgt beschreven …

 

 

is overleden den negen en twintigsten october achttien honderd negen en twintig op de rivier de Waal, varende in de nabijheid der Gemeente Vuren, Arrondissement Tiel, over---boord geslagen is, verdronken en het lijk nimmer gevonden.

Maar – deksels - waar is dat Nijmeegse vonnis waar alsmaar sprake van is? Tussen de Nijmeegse doodakten dan maar eens gezocht. Het eerste document waarop Lambertus wordt vernoemd is de
 

 
… Alphabetische Tafel op de Registers der Akten van Overlijden over het jaar 1831.
 

 

Hetgeen na enig verder zoekwerk de voorafgaande doodakte opleverde.

Maar dat vonnis!! Waar is het? Wie kan helpen het op te sporen? Genver gevraagd … vergeefs. Het Nijmeegs, het Arnhems en het Gorinchems Archief gevraagd, alsook de gemeente Lingewaal, waar Vuren tegenwoordig deel van uitmaakt.

Niemendal leverde het op, uitgezonderd het elkaar de bal toespelen en me doorverwijzen naar weer een volgend en ander archief.

Maar laten we ons slechts daardoor uit het veld slaan? Geenszins!

Zie voor het vrijwel onnavolgbare vervolg …

 

Suppletoir document à l'égard de vieilles vaches no. 18.

 

Je vraagt je in alle arrenmoede af waar je dat vonnis toch zou kunnen vinden tussen de 227.776 Nijmeegse akten, die je op je computer hebt opgeslagen. Een speld in een giga berg met hooi.

Toch maar een - uiterst lange - poging gewaagd … uren-, dagen-,  nachten- en twee wekenlang en … gevonden!!

‘t Bleek toch op de – achteraf - meest voor de hand liggende plaats gearchiveerd. Er zijn huwelijksbijlagen en dit document bleek een overlijdensaktebijlage … als laatste toegevoegd aan de doodakten van, ja hoor, …

 

 

Wat een opluchting en verademing om dan toch nog zomaar geheel zelfstandig ineens te vinden, waar je al best lang naar op zoek was. En waar een aantal van ’s lands archivar(i)(e)ssen slechts over wist te melden dat je bij een ander archief moest zijn. Met enige, en wellicht wel met heel veel, genoegdoening zal ik dan ook de heren en dames, die deze archieven bemannen en -vrouwen, een kopietje sturen.

Dit Ouwe koeien-artikel zou dan toch nog vervolmaakt geschreven kunnen worden, hetgeen niet het geval zou zijn geweest als het vonnis zou hebben ontbroken.

Ruim vier bladzijden lang gaat het over “onze” Van den Hurk.

Er heeft een kentering plaatsgevonden

 

 

Het, eigenlijk mijn, aanvankelijk minder positieve oordeel over al die ijverig schrijvende secretarissen is, naarmate je steeds beter op de hoogte komt van wat die mannen allemaal te verstouwen kregen, veranderd in enige bewondering dat het, gegeven al dat geschreven moest worden, niet nog veel vaker mis ging.

Verwondering overigens toen tegelijkertijd bleek dat het niet gaat over één, maar zelfs twee vonnissen.

Het eerste.

 

 

 

In leesbaarder Nederlands …

 

In naam des Konings,

De Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Nijmegen, Provincie Gelderland, heeft gewezen het hiernavolgende

______________________________________ vonnis ________________________________________

De Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Nijmegen, Gezien het Proces Verbaal van getuigen verhoor ter openbare teregtzitting den dertigsten April 1800-Een en dertig, voltrokken in de zaak van Geertruijda Eijkman, weduwe in tweede (*Red.)  huwelijk van Leendert van den Hurk, ?? bij verzoekschrift, ten einde wettig te doen blijken van het overlijden van denzelven Leendert van den Hurk.

            Gehoord het rapport van Mijnheer den Regter Mr. Schenck van Nijdeggen, mitsgaders Mijnheer den Officier Mr. J.H. van der Renne, aan de prudentie der Regtbank overlatende, inhoever het noodzakelijk is, den afwezigen getuigen Antonie Engelenberg, te hooren.

            Overwegende, dat het getuigenverhoor zoodanige omstandigheden bevat welke het allezints gelooflijk maken dat Leendert van den Hurk, den negen en twintigsten October 1800-negen en twintig in de nabijheid der Gemeente Vuuren, in de rivier de Waal is verdronken, hoezeer geene der beide getuigen, het overboord slaan van denzelven hebben gezien, en alzoo het hooren van den getuigen Antonie Engelenburg, als nutteloos de beslissing der zaak zoude vertragen.

            En op die gronden, in naam des Konings, preparatoir (Red.: voorbereidend verhoor op vraagpunten) erijzende, verklaart dat de zaak is in staat van beslist te kunnen worden, na Mijnheer den Officier te hebben gehoord.

            Gehoord Mijnheer den Officier Mr. J.H. van der Renne, concluderende, dat der suppliante verzoek zal worden toegewezen.

Voorts door gezien, al het geene ter zake dienende is.

Overwegende, dat bewezen is dat der suppliante Echtgenoot, Leendert van den Hurk, den negen en twintigsten October 1800-negen en twintig, op de Rivier de Waal ter hoogte van de Gemeente Vuuren, in het arrondissement Tiel is overboord geslagen, en verdronken, en er geen bewijs voorhanden is, dat het lijk ergens is tevoorschijn gebragt.

 

Gezien het advies van den Franschen Staatsraad, van twaalf brumaire (Red.: Brumaire was the second month in the French Republican Calendar.) elfde jaar / drie November 1800-twee / bulletin des Lois (Red.: Bulletin of the laws & (**Red.) numero twee honderd vijf en twintig, ?? verklaard bij de decreten, van twee en twintig juni en acht November 1800-tien, Rondonneau (***Red.) call des Lois eerste deel pag [zie voetnoot 1] twee honderd zeven en zestig, aangehaalde advies van dertien Nivose (Red.: Nivôse the fourth month in the French Republican Calendar) tiende jaar (drie Januarij 1800-twee) voorts de artikelen negen en negentig van het Burgerlijk Wetboek acht honderd vijf en vijftig, acht honderd zes en vijftig en acht honderd zeven en vijftig van dat van Burgerlijke regtoplegging het Koning-lijke besluit van zes en twintig Mei 1800-vier en twintig staatsblad nummero vijf en dertig.

            En op die gronden en naam van wege Z.M. den Koning, zegt ?? ?? in het eerste resfort, beveelt Mijnheer den Ambtenaar van den Burgerlijken Staat der Gemeente Nijmegen om dit vonnis op de vordering der suppliante en vertooning der Expeditie van hetzelve, in de Registers van overlijden dier Gemeente in te schrijven, alsmede het overlijden van der suppliante Echtgenoot Leendert van den Hurk, met vermelding dat dezelve Leendert van den Hurk, den negen en twintigsten October 1800-negen en twintig op de Rivier de Waal varende, in de nabijheid der Gemeente Vuuren, Arrondissement Tiel is overboord geslagen verdronken, en het lijk nimmer is gevonden, voorts daarvan aan de suppliante af te geven, eene behoorlijke acte van overlijden, bij uittreksel of Expeditie alles overeenkomstig de wet.

            Verleent voorts aan de suppliante admissie gratis en alzoo vrijdom van Zegel, registratie en Griffieregten, zoo met betrekking tot dit vonnis, als de daarvan uit te leveren expeditie.

            Aldus gewezen bij de Heeren Mr. M.A. Moorrees, Presid. H.W. van Schenck van Nijdeggen Regter A.F.C. van Frojen, Prokureur vervangende een regter den derden Mei 1800-een en dertig en ter openbare audientie (??) gepronuntiseerd.

 

Geteekend / M.A. Morrees Prest. Schenck van Nijdeggen, A.F.C van Frojen, Berkhoff Griffier.

                                               Voor Expeditie conform.

                                               De Griffier bij de Regtbank voornoemd

                                               geteekend / Berkhoff.

Onderstond : Gratis geregistreerd te Nijmegen den negenden Mei 1800-Een en dertig. Deel Zeventien folie dertig vak zes, houdende Een blad en geen renvoijen (get) Van Breugel.

                                                                       Voor Eensluidend Afschrift

                                                                       Nijmegen den 21e Junij 1831

                                                                       De Burgemeester Ambtenaar

                                                                       van den Burgerlijken stand der

                                                                       stad Nijmegen.

 

Voetnoot 1 : … twee honderd vijf en tachtig en het aldaar van pag : … tot renvooij gezien en goed gekeurd

*) … Twééde huwelijk  …?? Het huwelijk dat Lambertus van den Hurk met Geertruida Eijkman sloot was al zijn vierde huwelijk en hààr tweede..

**) Bron: http://french-genealogy.typepad.com :

 

The “Bulletin des lois” was the official publication of all laws and decrees of the government of France from 1818 to 1919. The supplement, published at the same time, covered a wide range of government activities and notices, from the granting of pensions to government employees to applications for patents. Both sections were published every six months, making for four volumes a year for a century.

Special Note : There is no single index to the entire series, but there are indices every ten years, the Tables alphabétiques. Even so, the standard estimate for a genealogical search in the Bulletin des lois is "It takes a week."

***) Louis Rondonneau, een Franse schrijver die zich speciaal toelegde op wetten en dekreten, zoals …

 


Er is een ongelofelijk groot aantal geschreven woorden aan te pas moeten komen, maar Geertruida Eijkman had waarom ze had gevraagd. Een “behoorlijke” overlijdensakte van Lambertus van den Hurk.

Je vraagt je, terstond na het lezen van bovenstaand vonnis af wanneer het Geertruida Eijkman te binnen schoot dat - oh ja - Lambertus Lambertus heette en toch eigenlijk niet Leendert. Maar dat zij wel die voornaam aan de rechtbank had aangegeven in het voornoemde eerste vonnis. En dus moest ze terug naar de rechtbank om dat weer recht te laten vonnissen. Zodoende, het tweede vonnis.

 

 

 

 

 

In leesbaarder Nederlands :

 

In naam des Konings,

De Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Nijmegen, Provincie Gelderland, heeft gewezen het hiernavolge vonnis.

                                   Van de Regtbank van eersten aanleg te Nijmegen.

            Geeft met verschulden eerbied te kennen Geertruida Eijkman weduwe in tweede huwelijk van Lambertus van den Hurk, zonder beroep wonende te Nijmegen.

            Dat zij bij haar eerste verzoekschrift tot bewijs van het overlijden van haren genoemden Echtgenoot, de voornaam van denzelven abusivelijk heeft opgegeven te zijn Leendert in plaats van Lambertus welke zijne ware naam is, blijkens het hierbij sub A. geannexeerde doopattest, onder welken zij ook met hem is gehuwd, blijkens het Huwelijkattest hierbij overlegd word onder sub B.

            Dat bij vonnis dezer regtbank van den derden Mei 1800-een en dertig, Mijnheer den Ambtenaar van den Burgerlijken staat der Gemeente Nijmegen, is gelast om hetzelve vonnis houdende het bewijs dat haar Echtgenoot ten gevolge van het voorschreve abuis verkeerdelijk aldaar genaamd wordende Leendert van den Hurk den negen en twintigsten October 1800-negen en twintig op de rivier de Waal varende in de nabijheid der Gemeente Vuuren Arrondissement Tiel is overboord geslagen, verdronken, en het lijk nimmer is gevonden, op de vordering van haar suppliante en vertoning der Expeditie van hetzelve in de Registers van overlijden [invoeging - zie voetnoot 2] van haren Echtgenoot Leendert van den Hurk met vermelding der hierboven omschreve doodzaak, voorts daarvan aan de suppliante aftegeven eene behoorlijke Acte van overlijden bij uittreksel of expeditie alles overeenkomstig de wet.

            En aangezien den ambtenaar van den Burgerlijken staat der Gemeente Nijmegen aan den inhoud van het voorschreve vonnis nog niet heeft voldaan, zoodanig dat het voormeld abuis nog kan gerectificeerd worden, hetgeen tot voorkoming van verdere moeilijkheden zal behoren te geschieden, waartoe zij vertrouwd datgeene zwarigheid zal bestaan, vermits de identiteit van haren Echtgenoot als Lambertus met die van Leendert van den Hurk volkomen uit de stukken blijkt.

            Zoo wendt rekwestrante zich met vorigen eerbied tot deze Regtbank verzoekende het moge dezelve behagen den bij vonnis van den derden Mei 1800-Een en dertig op den Ambtenaar van den Burgerlijken Staat der Gemeente Nijmegen, verstrekten last in zoo verre te veranderen dat overal waar de voornaam van Leendert voorkomt gehouden wordende geschreven te zijn Lambertus.

            Voorts dat alnu aan denzelven zal worden bevolen onverminderd de inschrijving van dat vonnis het op dit rekest te wijzen vonnis in de registers van overlijden dier Gemeente in te schrijven.

En eindelijk de bij het vonnis van den derden Mei 1800-een en dertig bedoelde Acte van overlijden te stellen op naam van Lambertus van den Hurk.

                                                                                  ’T Welke doende

                                                                                              Pro stijlo

                                                                       /: geteekend : /  H.J. Raatgever Proc.

/: onder het Rekest staat geschreven : /

Zij deze gesteld in handen van den Heer Officier bij deze Regtbank om daarop zijne conclusies te geven, door ons President der Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Nijmegen, benoemt tot regter Rapporteur Mijnheer den Regter Meester van Schenck van Nijdeggen.

Nijmegen den een en twintigsten Mei 1800-Een en dertig.

                                                                       / . geteekend . / M.A. Moorrees Prest.

            /. volgen de conclusies van den Heer Officier ./

De wet belet niet. De Officier bij de Regtbank / : geteekend . / J.H. van der Renne.

            /. volgt den inhoud van het vonnis : /

De Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Nijmegen. Gezien het verzoekschrift van Geertruida Eijkman, weduwe in tweede Huwelijk van Lambertus van den Hurk, zonder beroep wonend te Nijmegen.

Gezien de daarbij overlegde bescheiden als

1e. Een extract uit een der Doopregisters der Roomsch Kattholijke Gemeente van Dreumel afgegeven door den Burgemeester van Dreumel den tienden December 1800-zeven en twintig, waaruit blijkt dat Lambertus wettige zoon van Cornelis van den Hurk en Maria Bisselik den drie en twintigsten Augustus 1700-negentig is gedoopt.

2e. Uittreksel uit een Huwelijksregister der stad Nijmegen afgegeven door den Burgemeester der stad Nijmegen den vier en twintigsten Mei 18—een en dertig, blijkens welke den negen en twintigsten December 1800-zeven en twintig in den echt verbonden zijn Lambertus van den Hurk, schipper, met Geertrudis Eijkman.

Gehoord het rapport van Mijnheer den Regter Mr. T.M.W. van Schenck van Nijdeggen, mitsgaders de conclusie van Mijnheer den Officier, Mr. J.M. van der Renne, luidende, De wet belet niet.

Voorts door gezien al hetgeen ter zake dienende is.

Overwegende dat bij het vonnis dezer Regtbank van den derden Mei laatstleden waarbij het is uitgemaakt dat der suppliante laatste Echtgenoot op de rivier de Waal varende den negen en twintigsten October 1800-negen en twintig in de nabijheid der Gemeente Vuuren Arrondissement Tiel is overboord geslagen verdronken, en het lijk nimmer is gevonden, dezelve haren Echtgenoot in dat vonnis is genoemd Leendert van den Hurk daarbij de voormelde Extract blijkt dat de voornaam niet is Leendert maar Lambertus, alzoo bij dat vonnis door eene verkeerde opgave der naam is begaan eene ??

Overwegende dat de suppliante, door het opgemeld erreur haar doel mist, namelijk om wettig te doen blijken, van het overlijden van haren Echtgenoot Lambertus van den Hurk gelet dat de regtbank heeft uitgemaakt en bij vonnis verklaard dat der suppliantes Echtgenoot van den Hurk is overleden, om het even hoe ook zijn voornaam moge zijn, en alzoo over den persoon die bedoeld is geen twijfel kan ontstaan, echter onder der abusieven voornaam van Leendert in plaats van Lambertus.

Overwegende dat de suppliante niet kan komen in hooger beroep, vermist aan haar is toegewezen hetgeen zij heeft gevraagd, en alzoo geene grieven zelfs niets de geringste kan aantoonen, dat zij echter niet kan ?? worden van het Effect van het voormelde vonnis van drie Mei en dat slechts om eene enkelde schrijffout begaan, in het verzoekschrift aan deze Regtbank ingediend door haren Prokureur, daar deze had kunnen opmerken de ware naam uit het attest van overmogen afgegeven door Mijnheer den Burgemeester dezer Gemeente den Elfden Maart dezes Jaars, waarin deze ambtenaar verklaart dat de suppliante eerste (??) weduwe van Dionijsius op de Kamp laatst Lembertus van den Hurk is onvermogend.

Gezien de les twee codicis de errone Advocatorum (??) cellibellos sen preces consipientium (??).

En op die grond en in naam en van wege Z.M. den Koning regt do ende in het eerste resfort verklaart dat de voornaam van Leendert onmiddelijk voorafgaande aan den famillienaam van den Hurk en voorkomende in het vonnis dezer regtbank uitgesproken op het verzoekschrift van de suppliante den derden Mei zal worden gehouden uitgedelgt te zijn en in de plaats van dien geschreven Lambertus en dat in de bij dat vonnis bevolen Acte van overlijden op te maken door Mijnheer den Ambtenaar van den Burgerlijken staat dezer Gemeente, zal worden geschreven dat overleden is Lambertus van den Hurk en niet Leendert.

Beveelt Mijnheer den Ambtebaar van den Burgerlijken staat dezer Gemeente om het tegenwoordig vonnis evenals dat van drie Mei 1800-Een en dertig, op de vordering van de suppliante en vertooning der expeditie van hetzelve in de Registers van overlijden dier Gemeente in te schrijven.

            Verleent aan de suppliante admissie gratis en alvoo vrijdom van Zegel registratie en griffieregten zoo met betrekking tot dit verzoekschrift en vonnis als daarvan uitteleveren Expeditie.

            Aldus gewezen bij de Heeren Mr. H.A. Moorrees Presient, T.K.W. van Schenck van Nijdeggen, Regter A.T.J. van Frojen Prokureur, vervangende een Regter den eersten Junij 1800-Een en dertig en ter openbare auditie (??) gepronuncieerd.

/:  get : / H.A. Moorrees Prest, Schenck van Nijdeggen, A.T.J. van Frojen, D. van Geuricke Commis Griffier.

                                                                                  Voor Expeditie Conform

                                                                                  De Grifier bij de regtbank voornoemd

                                                                                  /.. geteekend ../ Berkhoff

/: onderstond :/ Gratis geregitreerd te Nijmegen den tweeden Junij 1800-Een en dertig Deel zeventien folio zeven en dertig vak vier houdende twee bladen en drie renvoijen. Geteekend van Breugel.

                                                                                  Voor Eensluidend Afschrift

                                                                                  Nijmegen den 2e Junij 1831.

                                                                                  De Burgemeester Ambtenaar

                                                                                  van den Burgerlijken stand der

                                                                                  stad Nijmegen.

Voetnoot 2 : “… dier Gemeente in te schrijven alsmede het overlijden ?? renvoij ge?? En ??


En zo kun je toch minstens oprecht houden dat Lindert of Leendert of Lambert, maar eigenlijk Lambertus van den Hurk, in nauwe samenwerking met al zijn elkaar in ras tempo opvolgende vier vrouwen, een zeer bewogen leven heeft geleefd. En uiteindelijk als onvindbaar deze wereld voorgoed heeft moeten verlaten.

Onvindbaar, maar niet zonder achterlating van meer dan voldoende om over te schrijven. ’t Kost wel wat tijd en energie, maar dan heb je ook wat.

Alhoewel, … hoe zouden de kinderen Van den Hurk hier destijds onder te lijden hebben gehad?