Garçon, garçon!

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

20


Dieu a gracieusement … zou “goeie genade” vertaald in het Frans kunnen zijn. Ik weet het niet geheel zeker, want al eerder in een andere Ouwe koe verhaalde ik over mijn zeer rudimentaire kennis van de Franse taal, die nooit veel verder reikte en reikt dan “papa fume une pipe et maman aussi”. En oh ja, ook nog die vernederlandste woorden als ambulance, portefeuille, bureau, arrangement, après-ski en cordon bleu.

Vanwaar deze plotselinge, overigens geheel tijdelijke en wat mij betreft zo kort mogelijke, overschakeling naar het Frans?

Tja.

Na “alle” in het Nederlands geschreven geboorteakten vanaf 1813 tot en met 1902 verwerkt te hebben, waren en zijn nu - vanaf een aantal maanden geleden al - de Dreumelse huwelijksakten aan de orde van vrijwel elke dag en elk vrij uur. Zeker zo gemotiveerd als waarmee de geboorteakten met zo groot mogelijke accuratesse in een best wel omvangrijke database werden samengebracht, inclusief hyperlinkjes bij elke registratie naar desbetreffende akten, wordt nu vastgelegd welke dolenthousiaste personen zich allemaal bij de gemeentelijke secretarissen kwamen melden met de gedeelde intentie om hun levens verder samen - en tot de dood ons pas zal scheiden - door te gaan brengen.

Was het ooit eens de theoretische bedoeling om aparte databases voor de registratie aan te leggen voor de diverse typen akten, de praktijk wees al na uiterst korte tijd uit dat niets makkelijker was en in ieder geval minder omslachtig, dan om geboorte- en huwelijksgegevens te verzamelen in die al bestaande enkele database. Daar immers stonden al heel veel gegevens in, die slechts nodeloos herhaald zouden moeten worden als ook weer huwelijken recht meenden te kunnen claimen op een afzonderlijke database. Zo doende was het ook heel wat eenvoudiger om gegevens samen te voegen en uiteraard om ze met elkaar te kunnen vergelijken ter controle of het wel, of juist toch niet, ging over dezelfde persoon of personen.

Het besluit om tot samenvoegen van die gegevens in één database over te gaan, bleek vervolgens dan ook het minst moeilijke deel van deze inmiddels al best vergevorderde registratie. De moeilijk- en gecompliceerdheid school eerder en grotendeels in het verantwoord registreren van de juiste gegevens.

Werd op een trouwakte bijvoorbeeld vermeld dat de bruidegom weduwnaar was van zijn eerste vrouw, maar was uit alle gegevens van dezelfde toen nog niet bruidegom-voor-de-tweede-keer tijdens de registratie van de geboorteakten nog nergens uit gebleken dat zijn eerste vrouw waarmee hij diverse kinderen had gekregen, inmiddels was overleden …. dan is het boekhoud- en registratiekundig zeker niet verantwoord om de registratie van zijn tweede huwelijk aan de database toe te vertrouwen, maar het overlijden van zijn eerste vrouw maar zo te laten. De persoonlijke dossiers van de betrokkenen en vooral die van de weduwnaar-nu-weer-bruidegom zouden dan onverantwoorde schade oplopen en tekorten gaan vertonen. En het dossier van zijn overleden eerste echtgenote moest natuurlijk ook nog de meest recente ontwikkelingen, dus haar overlijdensakte, gaan bevatten.

Trouwde een persoon voor een tweede (of meerdere) keer, en was dit al duidelijk geworden tijdens de registratie van de geboorteakten (een geboorte), dan werd als gevolg daarvan ook een tweede/derde/vierde persoonlijk dossier aangemaakt. Bijvoorbeelden:

 

 

Stel, ik herhaal … stel dat Dirkje Schoordijk (onderste afbeelding) ook was overleden en Adrianus Vissers weliswaar weer was hertrouwd, maar geen (in Dreumel aangegeven) kinderen meer had gekregen bij zijn derde vrouw … dan kom je daar pas bij de registratie van trouwakten achter. Daar wordt dan pas duidelijk dat Adrianus Vissers weduwnaar was geworden van Dirkje Schoordijk. Althans als hij en zijn derde vrouw hadden besloten om dan weer in Dreumel te trouwen.

Maar … dan moet je eerst weer terug naar de persoonlijke dossiers … aangeven in welk jaar Dirkje Schoordijk was overleden achter “Vissers, Adrianus (2)” en een nieuw/derde dossier voor “Vissers, Adrianus (3)” aanmaken. Want alleen in dat dossier kan een kopie van de derde trouwakte opgenomen worden. Alle overige gegevens uit het eerste en tweede dossiers gaan uiteraard mee naar het derde dossier. Zijn derde dossier wordt dan het meest complete dossier.

Eén en ander voortvloeiend uit de niet te ontlopen verantwoording om informatie op uiteenlopende documenten toch met elkaar in overeenstemming te willen - proberen te - brengen. Vanzelfsprekend moet tijdens die moeizame balanceeract ook nog de overlijdensakte van Dirkje Schoordijk opgezocht worden en gekopieerd in zowel haar persoonlijke dossier als in het derde dossier van “Vissers, Adrianus (3)”. Dan pas kunnen met goed fatsoen en zonder boze dromen te krijgen over chronische nalatigheden, de gegevens van de derde trouwakte van Adrianus Vissers aan de database toegevoegd worden.

Voor zover er gradaties zijn van “erger” wordt het nog erger - om het verantwoord te verwerken - als er sprake is van een stel dat gaat trouwen en die beiden in Dreumel zijn geboren, maar je kunt het persoonlijk dossier van één persoon of beide aanstaande echtelieden niet eens vinden tussen al die persoonlijke dossiers. Hetgeen op zich snel verklaard is, want die persoon/personen moest(en) dan wel geboren zijn in die Franse periode, tussen start 1811 (en begin van de Burgerlijke Stand) en eind 1813. De periode die nog niet in de database werd geregistreerd, juist omdat al die akten in de Franse taal werden geschreven, hetgeen, zo was de veronderstelling althans, allerlei complicaties met zich meebracht. Het vrijwel, toen vooral, toch al bijna onleesbare handschrift kreeg er dan een extra onleesbare dimensie bij, omdat het in de Franse taal werd en blijkbaar moest worden verwoord
 

Echter, nu je huwelijksakten wilde gaan registreren, maar je kon geen dossiers vinden, werd toch al snel helder dat je ineens en onverwachts toch slachtoffer was geworden van je eigen - nu pas blijkende - luiigheid, toen je ergens in 2010 besloot om die Franse akten maar “tot later” te laten liggen. Dat “komt nog wel een keer”. Ja, dank je de Ouwe koe.

Nu ging er dan iemand, een Dreumelnaar, trouwen die nog niet eens een eigen dossier had verworven omdat zijn of haar geboorte nog niet werd geregistreerd. Dat betekende onherroepelijk dat je die schade alsnog en achteraf eerst in moest halen. Daar was nu niet meer aan te ontkomen en wel voorafgaand aan het kunnen registreren van een voorliggende trouwakte. En daar kwam helaas nog een complicatie bij.

De database vermeldt ook het opvolgende aantal kinderen dat eenzelfde echtpaar had gekregen. Het eerste, het tweede, het derde, het enzovoortste kind, oplopend met elke volgende geboorte binnen hetzelfde gezin. Bleek nu dan ineens dat er alsnog een extra kind was geboren in die Franse periode, dan klopten al die opeenvolgende nummeringen niet meer. Het aanvankelijk eerst geregistreerde kind was dan nu ineens het tweede kind. En zo verder. Een gezin bestond dan ineens uit één kind méér en eigenlijk zou dan die hele oplopende nummering in de database aangepast moeten worden. Daarom zal deze zeer tijdrovende activiteit, mocht die al ooit nogmaals voor het voetlicht geroepen worden, uitgesteld worden tot op z’n vroegst na mijn september 2017- pensionering.

En werd besloten om dan toch maar eerst al die Franse geboorteakten te gaan verwerken, zodat ik niet meer voor onverwachte verrassingen zou komen te staan en ik daadwerkelijk en uiteindelijk dan alle geboorteakten in de registratie zou hebben opgenomen, die er maar bestonden … tussen 1811 en tot en met 1902.

Willem Storij, hij overleed op …

 

 

… 1 juni 1833 te Dreumel, was destijds burgemeester van de gemeente Dreumel en hij ondertekende met zwierige hand alle geboorteakten. En andere akten ook.

 
 

Volledig met de hand werden ze nog allemaal geschreven en akten van geboorte, van huwelijk en overlijden volgden elkaar onversaagd op, al naar gelang welke blije of treurige gebeurtenissen na elkaar plaats vonden. Aparte registers voor deze zeer uiteenlopende hoedanigheden in het leven van een Dreumelnaar, bestonden toen nog niet. Hetgeen weleens resulteerde in het op een bepaalde registerbladzijde noteren van de blijde geboorte van een kind, en luttele bladzijden verderop de treurige akte van het zeer vroegtijdig overlijden van hetzelfde kind. Soms zelfs direct gevolgd door een tijdens of direct na die bevalling overleden vrouw, zijn of haar moeder.

Zelfs, stel ik me zomaar voor, als (de) Frans(e taal)  je moeder- of zelfs vadertaal zou zijn, zou je mogelijk nog moeite hebben met het correct lezen en kunnen begrijpen van al deze akten. Ik heb me grotendeels beperkt tot de herkenbare Nederlandse achternamen, eventueel samen nog met zo weinig mogelijk omringende Franse teksten.

Als je eenmaal het woord “comparu” (= verscheen) was tegengekomen, dan werd dat ogenblikkelijk gevolgd door de naam van de aangever, de vader. (Dit veranderde weer op latere akten).

De naam van de moeder staat tussen “déclaré que” (= zei dat …) en “son Epouce” (= zijn vrouw) in, kon niet missen en de naam van het kind kon je direct vinden na “donné le pronom de” (= de voornaam gegeven).

Van belang was ook nog om te kunnen onderscheiden waar staat of het kind “mâle” (= mannelijk) dan wel “fêmelle” (= vrouwelijk) was. Met name de datering van de geboorte leverde aanvankelijk ook nog wel wat hindernissen op, maar ook daar wen je wel aan. Internet en Google-vertalen zijn je altijd van dienst.

Wel was het destijds mogelijk nog een onderwerp van heftige onderlinge strijd tussen wetgeving en per gemeente gestationeerde uitvoerders, als het ging om het registreren van een levenloos geboren kind bij de “acte(s) de décés” (= overlijdensakten) of bij de “acte(s) de naissance” (= geboorteakten). Soms werd in een gemeente alleen maar een overlijdensakte opgesteld als je een geboorteakte kon overleggen. Maar ja … als een kind levenloos geboren wordt … Is dat de reden waarom toch eerst geboorteakten voor levenloos geboren kinderen werden opgesteld?

Deze akte, die als grootst gemene deler toch “acte de naissance” kreeg toebedeeld …

 

 

… maakt publiekelijk bekend dat Nicolas Verhoeven en Allegonda Schiltmans op “le dit jour de dix Sept du present mois de fevrier”, dus op deze dag de 17e februari (1811) weliswaar een kind hebben gekregen, maar dat “laquelle m’est presente sans vie”, dus dat … aan mij werd gepresenteerd zonder leven.

Aannemende dat de Belgische wet, wat deze regelgeving betreft, niet onherkenbaar verschilt met die in Nederland, informeert www.hoeseltvrugger.be ons erover dat …

 
 

Gevolg gevend aan deze regel zou dus Nicolas Verhoeven met het lijkje van zijn levenloos geboren dochter op het gemeentehuis moeten zijn verschenen. Nauwelijks een benijdenswaardige activiteit voor een secretaris, die zich slechts - zo goed mogelijk - in het schrijven van teksten heeft bekwaamd en gespecialiseerd, om daadwerkelijk vast te moeten stellen dat het kind er, en levenloos, was.

Daarentegen merkt Q. van Dijk, bewerker van de Inleiding Genealogie door Ad Stovers, op dat “De ambtenaar van de burgerlijke stand kon verlangen dat men hem het kind toonde, maar in de praktijk kwam daar weinig van terecht.

Het zou noch de eerste, noch de laatste keer zijn als een moeder zou zijn overleden aan de gevolgen van een bevalling. Maar in dit geval was zulks gelukkig niet het geval. Allegonda overleed op 4 mei 1836 pas, 56 jaar jong.

Allez … Eerst dan maar verder met die nog resterende taaie Frans-Nederlands-Dreumelse geboorteakten uit de periode 1811-1813.

Me tegelijkertijd terdege realiserend dat ik na de “Franse” geboorteakten van 1811 tot en met 1813 toch maar allereerst de Frans-Nederlands-Dreumelse huwelijksakten moet verwerken over diezelfde Franse periode, voor ongestoord verder te kunnen gaan met de rest van alle resterende huwelijksakten nadien.

Huwelijksakten worden tot en met 1922 online gepresenteerd en dus nog heel veel akten uit een slordige nog 110 jaar te gaan.

Tjonge, jonge.