Ruhrort & Düsseldorf

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

22


 

De meeste Dreumelnaren, in ieder geval in de 19e eeuw, verdienden hun dagelijks en naar alle waarschijnlijkheid ook hun wekelijks, maandelijks, jaarlijks en levensbrood met, mag het zo bestempeld worden, simpele beroepen.

Niets ten nadele overigens van arbeiders, landbouwers, steenovenbazen, planters, wevers, slagers, herbergiers, briefgaarders, waardsmannen, dienstknechten, aannemers, ijzersmeden, sluiswachters, steenvormers, letterzetters, machinisten, steenbakkers, wagenmakers, winkeliers, kroeghouders, tappers, boerenknechten, riet- en strodekkers, ververs, karmannen, tappers, (assistent-) rijksbakenmeesters, stokers, schaapherders, veldwachters, kooimannen, blikslagers, marskramers, timmermannen, metselaars en kleer- en klompenmakers.

 

De vrouwelijke beroepen waren minder breed uitgemeten. Arbeidster of arbeideres en dienstmeiden. “Particulier” en vroedvrouw, heel soms landbouweres en winkelierster, ook heel af en toe koopvrouw. Dat waren eigenlijk de enige vrouwelijke beroepen die in akten werden opgevoerd en dan waren de vrouwen waar geen beroepen werden vernoemd in de over-over-óvergrote meerderheid, in vergelijking met de zeer weinigen waar wel een beroep bij vermeld werd. Uiteraard het geldverwervende beroep samengaand met gedurende alle overige niet-geldverdienuren de moeder van een meute nakomelingen en echtgenote van je echtgenoot zijn.

 

Een nog niet genoemd, uitsluitend bij mannen voorkomend beroep, was ook nog … schipper. De definitie van dat beroep is minder makkelijk te kenschetsen dan vermoed. Het speelde zich af op en rond het water, maar zei niets over de exacte invulling die een schipper aan zijn vak gaf in die tijd.

 

Had een schipper per definitie een eigen schip of voer hij mee op andermans schuit en was hij matroos?

Op wat voor boten werd er eigenlijk gevaren? Op rijn-, ijssel-, waal-, of ruhraken, of bestonden er toen hele andere boten?

De hiernaast getoonde foto’s zijn gemaakt in het noorden des lands, met veel dank aan het Drents Archief.

Voeren de Dreumelse schippers ook op soortgelijke schepen?

 

 

 

 

 

 

 

 

Trekschuiten waren een veel gebruikt boottype in de 19e eeuw.

De (vracht)schuit uiteraard in het water en de paarden die op de oever de schuit voorttrokken.

Op www.vaartips.nl wordt op zeer informatieve en uitvoerige wijze bericht over schepen. Gezocht op vermelding in deze teksten van Rijn of Waal kom je al snel terecht bij dit schip, een samoreus. Eigenlijk een rijnaak met een aparte eigen typenaam. Op deze site wordt onder andere gemeld dat:

Auteur Le Comte schrijft in 1831 dat samoreuzen door tien, vijftien en twintig paarden aan twee lijnen de Rijn opgetrokken werden. De bergvaart van Amsterdam tot Dusseldorf duurde veertien dagen, de dalvaart terug acht dagen. Wanneer het laag water op de Rijn was lieten ze zich door de stoomboot te Gorinchem de Waal opslepen.

 

 

In deze tekst is vooral de Duitse stad Düsseldorf van belang voor het verdere vervolg van dit artikel.

 

Want, al druk doende met het doorlopend, maar meestal zittend, verwerken van Dreumelse huwelijksakten, was het een aangename en verkwikkende verrassing om een huwelijksakte tegen te komen waar heel wat meer aandacht aan besteed kon en diende te worden dan aan de meeste andere. In zijn totaliteit ziet deze akte er als volgt uit:

 

 

Een uitsnede toont het volgende:

 

 

Johann van der Horst, van beroep schipper, die geboren wordt in Düsseldorf. En om nog meer reden en aanleiding te hebben om hier eens in te duiken, wordt zijn bruid, Maria Christina Verhoeven, ook in Duitsland, te weten Ruhrort, geboren. Beide geboorteplaatsen liggen in Pruissen.

 

 

Wie, voorafgaand aan 1864, heeft besloten om in dat jaar de geboortedata van het te trouwen stel niet langer meer op de akte zelf te vermelden, zal niet hebben kunnen vermoeden dat een registrateur van trouwakten vele decennia later, zodoende gedwongen was om nu deze gegevens apart op te moeten zoeken op de geboorteakten. En bij gebrek aan een Dreumelse geboorteakte -  immers niet alle trouwlustigen waren van oorsprong Dreumelnaren en hadden derhalve geen Dreumelse geboorteakte -  de Dreumelse huwelijkse bijlagen ter assistentie moest inroepen.

Wat een meevaller dat die huwelijkse bijlagen, net als alle akten waaronder de Dreumelse, al vele maanden geleden, op de eigen computer werden gedownload en zodoende heel snel konden worden geraadpleegd. Voor een enkele geïnteresseerde is het wellicht bevredigend te weten dat  inmiddels alle akten werden gedownload van al de volgende "geovaalde" gemeenten.

 

 

Dit terzijde.

Voorafgaand aan de dag waarop Johann van der Horst en Maria Christina Verhoeven in het huwelijk traden, zaterdag 17 juni 1865, werd op 21 mei 1865 te Druten hun huwelijkse afkondiging geregistreerd. Voor een eerste - van in totaal twee - maal.

 

 

En op 28 mei 1865 voor de laatste - van in totaal twee - maal.

 

 

Jan van der Horst, vader van Jan (Johann) van der Horst was … schipper.

Johan Verhoeven, vader van Maria Christina Verhoeven was … schipper.

De volgende noodzakelijke documenten die overlegd moesten worden, wilde je een secretaris zo ver krijgen dat hij de trouwakte naar eer en geweten kon invullen, waren de geboorte-extracten, waarmee zowel bruid als bruidegom aan konden tonen dat, wanneer en waar ze geboren waren. In alle gevallen werden die geboorteakten verstrekt door de gemeente waar een persoon was geboren en – meestal - slechts een luttel aantal dagen voorafgaand aan de nagestreefde trouwdag verstrekt. De datum waarop een extract werd opgesteld maakt dat duidelijk.

 

 

Haar geboorte-extract werd opgesteld op 28 april 1865, vijftig dagen voor het huwelijk.

En het geboorte-extract van Johann op 29 mei 1865, negentien dagen voor het huwelijk.

 

 

Zouden beide huwelijkskandidaten zich hebben moeten vervoegen bij de respectievelijke gemeenten waar ze werden geboren om in het bezit te geraken van deze extracten? Zoals, neem ik aan, huwelijkskandidaten dat plegen te doen als ze noemenswaardig dichter bij het gemeentehuis leven in veelal dezelfde plaats als waar ze werden geboren. Indien dat het geval was geweest, hadden Johann en Maria die extracten van zeer verre moeten halen. Maar, wie weet, voeren ze regelmatig de Rijn op en af en kwamen zodoende even regelmatig toch in Ruhrort en Düsseldorf. Nadere informatie daarover is niet voorhanden.

Maar ontegenzeglijk is het scenario best wel duidelijk voorstelbaar hoe een en ander heeft kunnen leiden tot de geboorte van Johann en Maria zo ver van huis. Als uittreksels van hun huwelijkse aankondigingen tot zelfs wel tweemaal toe op de deur van het gemeentehuis te Druten werden aangeplakt, mogen we toch aannemen dat dat oorspronkelijk thuis was.

Tevens staat vast dat beide moeders, moeder (van Johann) Cornelia van Rijken  en (van Maria Chistina) Johanna van Hussen, zich ook even ver van huis bevonden, daar ze respectievelijk in Düsseldorf en Ruhrort hun kinderen baarden.

Reisden de vrouwen van schippers altijd mee? Het zou ook goed kunnen dat de waal- en rijnaken, misschien wel samoreuzen, die mogelijk hun echtgenoten zelfs wel toebehoorden, tevens hun “huizen” en tegelijkertijd thuis waren. Zo was je nooit ver van huis, en is het hieruit volgend makkelijk verklaard hoe Johann en Maria Christina “in den vreemde” werden geboren.

Blijft de vraag – onbeantwoord - hoe het kon dat deze per slot van rekening in Duitsland geboren “Duitsers” zonder slag of stoot, alsmede blijkbaar ook zonder overlegging van enige bewijslast dat verklaarde dat ze toch echt Nederlanders waren, verder ongemoeid voor de Nederlandse wet konden trouwen. Of, als een Nederlandse vrouw buiten Nederland beviel op een in Nederland geregistreerde samoreus, was het gebaarde kind dan automatisch ook Nederlands?

Wie het weet, mag het zeggen.

 

12.11.2012 : Toevoeging, behorend bij de geboorteakte van Johann van der Horst.

De moeder van een goede Duitse kennis herkende het lettertype wel, waar ik niets nuttigs uit wist te vertalen. Ze heeft er drie weken over gedaan, maar… dan heb je ook iets:

 

 

(Vrije) vertaling :

Uittreksel

Uit het secretariaat van het Koninklijke Gerechtshof te Düsseldorf, betreffende ???

Register Nr. 211.

 

In het jaar eenduizendachthonderdeenenveertig, op de vijfentwintigste februari, voormiddags om elf uur, is voor mij, Gottfried van Endt, gedelegeerd beambte van het bevolkingsregister van de gemeente Düsseldorf, verschenen, de schipper Johann van der Horst, 23 jaar, woonachtig te Druten, met de melding dat op donderdag de vijfentwintigste van deze maand februari, ´s ochtends om 5 uur,  zijn echtgenote Cornelia (Becken?) Rijken, in de woning op het zich in de haven bevindende schip, is bevallen van een kind van het mannelijke geslacht, aan wie hij de naam Johann heeft toegekend.

Getuigen bij deze handeling waren: Franz Wilhem Fausten, oud drieendertig jaren, boer, woonachtig in Niederkogsel en Theodor Jansen, oud drieendertig jaren, schipper, woonachtig te Lobith.

Na het voorlezen hebben de diverse ?? (aanwezigen?) ondertekend.

Ondertekend: J.v.d.Horst, F.W. Fausten, Th. Johannes von Endt.

Voor de echtheid van dit uittreksel

Düsseldorf, de 29e mei, 1865 (??)

De Eerste secretaris van het gerechtshof.