Steeds “betere” verbeteringen ?

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

8


Vanzelfsprekend wordt er anno nu ook nog dagelijks naar gestreefd, en over de hele wereld voor geijverd, om processen en apparaten alsmaar te verbeteren.

   

De was wordt alleen nog maar met de hand in de wasmachine gedaan en er met de hand ook weer uit gehaald om vervolgens handmatig in de droger te verdwijnen. Natte was aan een waslijn zie je nauwelijks meer
 

Afwasborsteltjes zijn nauwelijks meer verkrijgbaar en hebben plaats moeten maken voor afwasmachines, waar we het nog wel met de hand in moeten zetten en zelfs er weer met de hand uit moeten halen. Dàt dan nog wel.

En dit … zie je tegenwoordig alleen nog maar als antiek attribuut, doel- en zeker nutteloos op iemands bureau-uithoek staan. Of in een antieke kast met nog meer spulletjes uit oma’s tijd. Leuk voor de hèb!

 

   

In het Nederlands geschreven geboorteakten zagen er in 1814  zó uit …

 

 





… is gecompareerd Jan Vink, schipper, wonende te Dreumel, Canton Druten, den welken ons heeft vertoond een Kind van het vrouwelijke geslagt geboren den agsten jannuarij om Elf uuren des voormiddags van Jan Vink, schipper, woonende binnen deze gemeente en van Maria van der Lienden, zijne Echtgenote en aan het welk hij verklaart heeft den voornaam te willen geven van Helena.

 

   

Ben je dan een welwillende gemeentesecretaris en had je niet zoveel, zelfs geen, keus, dan behoorde je gemotiveerd al deze akten telkens weer met dezelfde pennenstreken en ijver op papier te stellen.

 
Met kroontjespennen, regelmatig te dippen in de inktpot, die verzonken in een lessenaar zat. Ofwel op een speciaal knoeischaaltje stond, waardoor onuitwisbare inktvlekken op het houten bureaublad –grotendeels- konden worden voorkomen.
 

 

(Met zeer uiteenlopende typen “kroontjespennen” werd trouwens tot diep in de 20e eeuw nog geschreven, tot ongeveer 1960). Schrijver dezes heeft wat fiks slaag van z’n vader gekregen als gevolg van op school opgelopen inktvlekken op kleren !

Hetgeen de secretaris uit en in 1814 nauwelijks kon boeien.

Integendeel.

Met kans op waarschijnlijkheid zal hij zich met enige regelmaat afgevraagd hebben wat het schier eindeloos durende proces van een akte handmatig schrijven zou kunnen verkorten … zódanig dat de kwaliteit van de akte er niet onder zou lijden en …

… hijzelf ook niet !

Boekdrukken was er, zelfs in 1814, al een geruim poosje. Als je moet geloven dat of Johannes Gutenberg of Laurens Janszoon Coster en/of Dirk Martens ruim rond 1450 al bekend was/waren met de boekdrukkunst.

 

 

Niets, zou je denken, weerhield de gezamenlijke gemeenten er dus van om tenminste delen van een akte vóóraf te laten drukken, zodat de moeizame taken van afgematte secretarissen binnen medisch verantwoorde grenzen vastgelegd konden worden. En de betrokken secretarissen dientengevolge voor een langere ambtstermijn behouden konden blijven voor de gemeente.

Hoe zag een geboorteakte er dan tien jaar later uit ? Nou, zó … 1824 …

 

 

Nou, dan hoefde je tenminste al wat al vóórgedrukt was, niet meer op te schrijven. Het zal de nu veel minder handmatig druk zijnde secretaris een zorg geweest zijn hóe deze voorbedrukte teksten tot stand kwamen. Dààr waren ànderen weer vreselijk druk mee …en verdienden dààr weer hun schamele brood voor zichzelf, vrouw en een meute kinderen, mee.

 

 

De letterzetters

 

   

De een na de andere gegoten loden letter werd naast elkaar, bij voorkeur in de juiste volgorde, verzameld op een houten plankje. In spiegelbeeld uiteraard, zodat bovenstaande tekst op dat plankje uit-spiegelschrift dan ook begint met … The quick brown fox jumps over the lazy dog

 

 

Toch ging de secretaris zich op de rond-1824-akten weer helemaal èxtra te buiten door zowaar de leeftijden van de moeders erbij te schrijven, hetgeen op die van rond-1814 nog niet had plaatsgevonden.

Overijverige drukkerijen en/of letterzetters waren er overigens óók.

 

 

‘t Is wel een paar jaartjes verder, maar hier heeft een drukkerij het gepresteerd om alvast een bepaalde weekdag op de akten af te drukken. Zou de secretaris zich niet elke keer weer de moeite moeten getroosten om “zondag” dóór te strepen, dan zouden déze unieke akten alléén gebruikt kunnen worden voor op zondagen geboren kinderen. Die overigens nooit op een zondag zèlf konden worden aangegeven, want dan zat de hele familie of in de kerk en mogelijk vader daarna in de kroeg,  of thuis. Ambtenaren werkten ook toen niet … op zondagen.

Hoeveel verbetering bracht dan de ook voorbedrukte geboorteakte uit 1844?

 

 

Véél minder had de secretaris niet te schrijven gekregen in de 20 jaren tussen 1824 en 1844. De volgorde was anders en … in 1824 tóónt de aangever nog zijn pasgeboren kind en in 1844 hoeft hij alleen maar de geboorte te verklàren en … op beide akten worden nog steeds de leeftijden van de moeders vermeld en .. nog steeds kun je je kind eigenlijk maar één voornaam geven … en eigenlijk geen meerdere voornamen.

Een volgende aanpassing, die ongetwijfeld doorgevoerd werd omdat het als een verbetering gezien werd, vond plaats in 1880. Welke afwegingen voorafgaand aan de aanpassingen daarbij een rol hebben gespeeld is niet bekend. Maar met ingang van 1880 ziet een Dreumelse geboorteakte er zó uit …

 

 

Hendrik van Koolwijk geeft op 3 februari de geboorte aan van … Hendrik van Koolwijk, wiens moeder Theodora Luijpen is.

Waarom er ter linkerzijde zoveel ruimte leeg werd gelaten, is niet helemaal duidelijk. Maar het maakte het wel makkelijker om die lege ruimte eventueel te gebruiken voor ambtelijke opmerkingen. Daar kon de secretaris dan bijvoorbeeld –mogelijk jaren later pas- aangeven dat een aanvankelijk buitenhuwelijks kind werd gelegaliseerd, nadat de moeder –eindelijk- gehuwd was geraakt. En haar echtgenoot officieel had verklaard het kind te erkennen.

Of de zich verschrijvende secretaris had nu meer ruimte om een gemaakte schrijffout in die ruimere marge te kunnen herstellen. Aangever en getuigen, vermits ze konden tekenen, moesten dan ook hun handtekeningen plaatsen bij een dergelijke verbetering.

Blijkbaar was het ineens wèl noodzakelijk dat de secretaris het beroep van óók de moeder op de akte zou vermelden. Daarentegen wordt de leeftijd van de moeder niet meer in de akte opgenomen.

Maar weer wèl dat, in dit geval Theodora Luijpen, woonde … “ten zijnen woonhuize”.

Als ook dat zij “deszelfs echtgenoote” is. In normale bewoordingen … de echtgenote van Hendrik van Koolwijk.

Helaas blijkt het ook op deze nieuwste versie van de geboorteakte textueel nog steeds niet mogelijk om je kind voornamen (meervoud) te geven, want het woord “voornaam” (enkelvoud) blijft gehandhaafd.

Dus … of elke verandering ècht een verbetering is … kun je je waarlijk afvragen. Met name niet als de destijdse Hendrik van Koolwijk …

 

 

… niet blijkt te kunnen schrijven en de secretaris alsnog uitgebreid op de akte moest vermelden dat …

Verklarende de Comparant zijnen naam wegens ongeoefendheid niet te kunnen schrijven of teekenen”.

Dàt hebben de Koolwijken in de tussenliggende periode inmiddels wèl geleerd!!

Tenslotte nog de vragen … hoe druk wàs die gemeentelijke griffier dan eigenlijk … en … hàd hij eigenlijk wel tijd genoeg om al dit schrijfwerk, zoals het een gedreven secretaris betaamt, te kunnen verrichten?

Oordeelt zelf … en een werkweek had toen 6 dagen …

In 1880 worden in Dreumel 57 geboorteakten opgesteld.

In 1880 worden in Dreumel 11 huwelijksakten opgesteld.

In 1880 worden in Dreumel 56 akten van overlijden opgesteld.

(Deze zeer karige cijfers tonen overigens tegelijk dat de Dreumelse bevolking in héél 1880 met slechts één hele Dreumelnaar of Dreumelnares werd uitgebreid.

Dàt is pas karig en … zeker géén verbetering!