3 x is nog lang geen scheepsrecht

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

49


 

Drie keer scheepsrecht … Als iets pas na meerdere pogingen toch lukt. Het nummer drie heeft, opvallend genoeg, een hele speciale status tussen de andere regulierdere getallen. Gemiddeld staat de door de bank genomen mens er nauwelijks of zelfs nooit bij stil, maar de speciale status van het getal drie werd ooit veroorzaakt door de vader, diens heilige zoon en de heilige geest. Een blijkbaar onafscheidelijke drie-eenheid. Www.onzetaal.nl  leert ons nog een paar, nee, méér, opvallender en mogelijk wel treffender voorkomende gevallen waar drie uitzonderlijker door werd.

- In de rechtspraak werd drie keer per jaar een rechtszitting gehouden en die duurde dan drie dagen.

- Als je een eed niet zonder haperingen aflegde, werd je verondersteld die eed in het geheel niet te hebben afgelegd. Echter, bij belangrijker zaken werd je drie keer de mogelijkheid geboden die eed correct af te leggen.

- Eén keer niet komen opdagen bij een zitting, werd je al niet in dank afgenomen. Twee keer, nog minder. Maar na drie keer verstek laten gaan, moest je de vanwege rechtswegen dan wettelijk opgelegde consequenties volledig dragen.

- Werd je geacht je bezit van een huis aan te tonen, dan moest je dat huis minstens drie dagen bezitten en minstens drie gasten hebben uitgenodigd.

- Wilde je dat huis vervolgens verkopen, dan moesten kopers soms driemaal bieden. Het heden nog steeds gebruikte ‘eenmaal, andermaal, verkocht’ vindt daar zijn oorsprong.

Nu ieders prangende nieuwsgierigheid, over waarom ‘drie’ toch specialer is dan de andere getallen, volledig is bevredigd, even terug naar Ouwe koeien no. 27, gepubliceerd in mei 2013. Die bijdrage ging over ‘tweeledig tweelingenleed’. ‘Twee’ stond daar in het middelpunt van de redactionele belangstelling en een aantal echtparen die het voorrecht hadden ouders te mogen worden en blijven van tweelingen, werd daarin bijzonder voor het voetlicht geplaatst. Overigens ook wel degelijk de kortstondigheid van de levens van sommige van die tweelingen, of zelfs het geheel ontberen van enig leven.

Totaal niet geheel toevallig werd onlangs de overlijdensakte geregistreerd van …

 

 

… Marcellis Smulders. Hij overlijdt in Dreumel op 74-jarige leeftijd, op 14 juli 1882. Op zich, met name voor wat de registratie betreft, een nauwelijks zich van andere overlijdensakten onderscheidend document.

Maar dat verandert al heel ras als de overlijdensakte opgeslagen dient te worden in het persoonlijke dossier van de overledene. Het is geen geheel uniek gebeuren, maar wel degelijk een hoge uitzondering. Dat een persoon zowaar drie eigen persoonlijke dossiers blijkt te hebben.

Eén persoonlijk dossier is zeer te doen gebruikelijk en de overgrote meerderheid van geregistreerde Dreumelnaren wordt ook slechts in een enkel dossier vervat. Een volslagen willekeurige selectie uit de vele dossiers …

 

 

Twéé persoonlijke dossiers wordt al beduidend exceptioneler. Dat vindt plaats als een persoon twee keer trouwt en een persoonlijk dossier verkrijgt samen met ieder van zijn of haar opeenvolgende partners. Opdat respectievelijke akten specifieker kunnen worden opgeslagen. Bijvoorbeeld …

 

   

Drie persoonlijke dossiers behoort tot de best wel erg zeldzame uitzonderingen. Marcellis Smulders behoort tot deze speciale categorie. Maar er zijn er wel een ‘paar’ meer. Voor zover ze konden worden vastgesteld aan de hand van digitaal beschikbare akten, zijn dit ze ‘allemaal’:

 

 

Het totaal aantal persoonlijke dossiers bedraagt eind 2014 8282. Het aantal personen met drie persoonlijke dossiers is daarom slechts een uiterst gering percentage van het geheel (0,2%).

Marcellis Smulders en ook alle personen die in zijn leven een rol van enige betekenis hebben gespeeld, hoe uiterst kort ook, verdienen het om behalve marginaal in OK no. 27 vernoemd te worden, extra aandacht.

Marcellis was zich van uitermate weinig, eigenlijk totaal niets, bewust toen hij werd geboren/gedoopt, in Dreumel, op zondag 27 september 1807.

 

 

Geflankeerd door Fredericus Thomas, zoon van Alardi van Osch (Aaldert van Oss) en Marie Vermeulen (Maria Anna Vermeulen), die op 25 september 1807 werd gedoopt. En op 28 september 1807 door Margarita, dochter van Gerardi van Oijen en Theodora van Teeffelen.

In hoeverre Marcellis heeft kunnen profiteren van de tand des tijds in 1807 en opvolgende jaren en of hij de geneugten binnen het gezin van ouders Otto Smulders en Geertruij van Waerdenburg heeft moeten delen met broers en/of zussen, is niet compleet bekend en ook minder van belang voor het vervolg van dit, bereid u er maar vast op voor, steeds droeviger wordende relaas. Drie keer trouwen doe je niet om geen reden.

Marcellis wordt arbeider en na verloop van tijd stapelverliefd op Anna Jansen. Een Dreumelse schoonheid die ook voor het eerst het daglicht in Dreumel aanschouwde. Op maandag, 2 november 1812. Althans, dat wordt op de huwelijksakte geschreven, op 30 mei 1834.

 

 

Een geheel legitieme vermelding. Edoch, als je dan wilt controleren of deze melding steek houdt, dan ben je aanstonds een onevenredige tijd bezig met … niets ter zake doend te vinden rond of op
2 november 1812. De huwelijkse bijlagen, ooit ook eens verzameld, leveren echter de oplossing:

 

 

In een lijvig aantal bladzijden verschijnt ten overstaan van Antonius Schouten, ‘vredesregter des cantons Druten, Provincie Gelderland’ en de griffier, Anna Jansen, arbeidster, die te kennen geeft in het huwelijk te willen treden met Marcellis Smulders. Doch … ‘in de onmogelijkheid verkeert om hare geboorteacte daartoe te produceren als zijnde zij op de Registers van den Burgerlijken Stand, blijkens getuigschrift van de Burgemeester van Dreumel … niet ervintelijk, weshalve zij zich tot dit Vredesgeregt heeft gewend, ten einde in het gemis der geboortetakte voor een behoorlijke acte van bekendheid te voorzien …’.

Een acte van bekendheid had tot doel de geboortedatum zo nauwkeurig als maar mogelijk te laten definiëren door een aantal getuigen. Zeven getuigen waren in onderhavige casus opgeroepen en alle zeven waren buren en goede vrienden ‘der requirante’. Zij verklaren alle zeven dat Anna de wettige dochter is van Aart Jansen en Johanna van Eck en dat alle zeven … ‘wel te weten dat zij aldaar op den tweeden November achttien honderd twaalf is geboren, gevende tot redenen van wetenschap de tweede, derde, vijfde, zesde en zevende getuigen dat zij zijn de naaste buren van de requirante en derzelve ouders en in die betrekking zich de tijd der geboorte gelijk die bereids is opgegeven nog zeer wel te herinneren, gelijk zij met de overige getuigen tevens zijn geweest goede vrienden en in dagelijkschen omgang met de ouders voornoemd ten gevolge waarvan zij de opgegeven omstandigheden nog duidelijk kunnen voorstellen … wetende met betrekking tot de vermoedelijke reden waarom de geboorteacte der requirante niet kan worden geproduceerd niets anders te verklaren dan dat de aangifte dier geboorte waarschijnlijk is verzuimd geworden…’

Dit viertal bladzijden werd vol beschreven op 13 mei 1834 en het getuigt van een ongemeen en zeer exceptioneel goed geheugen, dat de meeste getuigen, 22 jaar na Anna’s geboorte, zich nog goed kunnen herinneren dat ze op 2 november 1812 werd geboren.

Een en ander wordt op deze manier weer rechtgetrokken en na afloop van de dertigste mei 1834 waren Marcellis Smulders en Anna Jansen dan toch echt in de echt verbonden.

Enigszins opvallend, maar wel nu en blijkbaar niet toen, is dat op een andere huwelijksbijlage, de overlijdensakte van de moeder van Marcellis, Geertrui van Weerdenburg, wordt gesteld dat zij de echtgenote zou zijn van Arien J. de Jong.

 

 

Maar de vader van Marcellis Smulders, waar zij mee verondersteld wordt getrouwd te zijn (uit de huwelijksakte):

 

 

… heet toch Otto Smulders en geen Arien J. de Jong.

Dit zo spontaan en ad hoc onverklaarbare even terzijde schuivend ten faveure van de continuering van deze Ouwe koe, beginnen Marcellis en Anna aan hun huwelijk. En met veel begrip en empathie voor het pas getrouwde stel, om nog maar geheel niet te spreken en wel te schrijven over de ongetwijfeld hooggespannen verwachtingen van wederzijdse ouders en niet veel minder overige familielieden, zullen ze vrij aanstonds toch driftig en ijverig gestreefd hebben naar een niet gering aantal nakomelingen.

Dat had pas zes jaar na hun huwelijksvoltrekking enig en het eerste zichtbare en opgetekende resultaat:

 

 

Zoon Otto wordt geboren op 9 maart 1840. Echter, zo ongeveer rond de tijd dat de vreugde over zijn geboorte en inspirerende aanwezigheid na zoveel vruchteloze jaren net begint weg te ebben en iedereen van de familie inmiddels enthousiast heeft mogen kennismaken met de boreling  …

 

 

… overlijdt Otto alweer, op 1 april 1840, nog geen maand na zijn geboorte.

Dapper zal het echtpaar deze grote tegenslag geprobeerd hebben te boven te komen en wellicht zelfs weer pogingen hebben ondernomen om toch weer voor gezinsuitbreiding te zorgen. Maar op …

 

 

… 8 februari 1844 overlijdt Johanna Janssen, ehevrouw van Marcellis Smulders.

De eerste keer scheepsrecht is volkomen gestrand. Het oorspronkelijke – en naar niet veel later zou blijken eerste ‒ persoonlijke dossier van Marcellis Smulders kan en moet hiermee afgesloten worden.

Ware het niet dat op …

 

 

… 29 mei 1844, 105 dagen na het overlijden van Anna Jansen, Marcellis Smulders voor de tweede keer in het huwelijksbootje stapt, deze keer samen met Johanna van Lent. Zij wordt (als Jeanne) op 26 mei 1811 te Lithoijen geboren, als dochter van Dirk van Lent en Petronella van Zwam.

 

 

Ervan uitgaande dat Jeanne (Johanna) de volledige daarvoor overbekende periode zwanger is geweest, zal het rond de maand september, mogelijk oktober 1844 geweest zijn, dat ze daar de eerste tekenen van gewaar werd. En samen met Marcellis en de wederzijdse families zich verheugd zal hebben op de komst van hun eerste kind.

Maar wat een nauwelijks voor te stellen deceptie.

Overlijdensakte no.18: 28 juni 1845, om zeven uur ’s avonds:

 

 

Het eerste levenloos ter wereld gekomen, meisje.

En … overlijdensakte no.19, ook op 28 juni 1845, ook om zeven uur ’s avonds:

 

 

Het tweede, levenloos ter wereld gekomen, meisje.

Een levenloos ter wereld gekomen tweeling nota bene. Wat een niet voor te stellen ontnuchterende ontgoocheling moet zich van beide ouders hebben meester gemaakt. Zoiets lijken mensen emotioneel toch nooit meer met opgeheven hoofd te boven te kunnen komen immers. Marcellis maakt dit nu voor de tweede en derde keer mee.

Maar 1845 was nog niet ten einde, met name niet wat slechte tijdingen betreft.

Op 3 oktober 1845 …

 

 

… overlijdt ook de tweede vrouw van Marcellis Smulders. Jeanne (Johanna) van Lent is dan pas 34 jaar jong.

2 x scheepsrecht heeft Marcellis, noch beide inmiddels overleden echtgenoten en hun ‘drie’ overleden kinderen, bepaald niet gebracht wat zo vurig werd gehoopt en beoogd. Ook het tweede persoonlijke dossier over Marcellis en Johanna kon en moest worden afgerond.

Www.onzetaal.nl informeert ons exact over het volgende: ‘Wie niet bij de pakken neerzit, laat zich niet ontmoedigen, ook niet als hij tegenslag heeft. Hij zet door en laat de zaken dus niet zomaar op hun beloop.’

Hoe Marcellis zich heeft ontworsteld aan de diepe droefenis en intense verslagenheid die hem toch lang in diepe duisternis moet hebben gehuld, is uiteraard niet en nergens gedocumenteerd. Maar uit het feit dat hij voor een derde keer, op 2 juli 1846, te Lith …

 

 

… trouwt met Maria Anna van den Boogaard, levert toch een nauwelijks anders te verzinnen beeld op als dat hij de moed nog lang niet heeft opgegeven en bereid is zich ondanks alles toch weer optimaal in te zetten voor een zo voorspoedig mogelijke toekomst voor zichzelf, zijn vrouw en eventuele kinderen.

Maria Anna wordt (als Marie Anne) te Lithoijen geboren, gelijk overigens ook Johanna van Lent:

 

 

 

Zo ongewild tussen de regels door vraag je je in complete onwetendheid af hoe je als 35-jarige derde vrouw van de nu 38-jarige, twee keer weduwnaar zijnde en drie kinderen verloren hebbende Marcellis om kunt gaan met deze niet meer uit te wissen geschiedenis. We weten het niet!

Je zou ook hartstochtelijk hopen dat dit echtpaar er dan nu wèl in zou slagen om, gegeven de toch al moeizame levensomstandigheden in dat tijdgewricht, zich zo goed en kwaad mogelijk te profileren zoals het een Dreumels echtpaar betaamt en zoals ze zich dat zelf ontegenzeglijk ook voorgesteld en –genomen zullen hebben.

Maar het liep wederom geheel anders.

Op 27 april 1847 bevalt Maria Anna van den Boogaard van een levenloos geboren mannelijk kind.

 

 

Op 2 december 1850 bevalt Marianna van den Boogaard van een levenloos geboren mannelijk kind.

 

 

Op 1 maart 1853 bevalt Marianna van den Boogaard van een levenloos geboren vrouwelijk kind.

 

 

Op 26 maart 1856 bevalt Marianna van den Boogaard van een levenloos geboren mannelijk kind.

 

 

Op 7 januari 1857 overlijdt Geertrui Smulders, die slechts drie dagen eerder was geboren.

 

 

Drie huwelijken verder. Twee vrouwen overleden. Twee kinderen die nauwelijks lang genoeg leefden om ze als Otto en Geertrui te laten opnemen in de Dreumelse Burgerlijke Stand, maar die kort, heel kort, daarop ook overleden. En zes levenloos geboren en daarom naamloze kinderen.

Vanaf 1857 leven zowel Marianna van den Boogaard en Marcellis Smulders nog 25 jaren verder.

Kinderloos. Dat was in 1857 al zo en dat is in al die daaropvolgende jaren niet meer veranderd.

Tenslotte:

Op 3 mei 1882 overlijdt Marianna van den Boogaard. Ze is dan 71 jaar oud en is daarmee de derde vrouw die Marcellis ontredderd achterlaat.

 

 

Niet zo heel lang gelukkig.

Want op 14 juli 1882, iets meer dan twee maanden na Marianna van den Boogaard valt het doek ook definitief voor Marcellis Smulders. Hij overlijdt op 74-jarige leeftijd.

 

 

Het derde persoonlijke dossier met Marcellis Smulders telkens terugkerend, en de gedocumenteerde ellende bevattend die hem en zijn derde vrouw overkwam, moet nu ook voorgoed gesloten worden.

Zelfs drie keer heeft hen allemaal niets, zelfs geen scheepsrecht, opgeleverd. De Smulders-dynastie zou hiermede plots een onverhoopte en permanente dood zijn gestorven, zou het zo geweest zijn dat Marcellis geheel alleen verantwoordelijk zou zijn geweest voor een genealogische voortzetting.

Maar er zijn – naast de drie van Marcellis Smulders ‒ nog 145 andere persoonlijke dossiers, waarop de naam Smulders rust. Met daarin een slordige 500 en meer Dreumelse akten.

Tussen het begin van de registratie door de Burgerlijke Stand in 1811 tot en met de digitale beschikbaarheid van geboorteakten in 1902, werden er …

 

 

… 59 zonen met de achternaam Smulders geboren. Hun voornamen worden in de kolom Voornaam/namen gepresenteerd.

Natuurlijk werden er ook Smulders-dochters geboren, maar die zetten de familienaam niet voort. In totaal 48 dochters: