1847 E.V.

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

52


 

Goh, klopt het dat we – door de bank genomen ‒ toch sterk de neiging hebben telkens te denken dat de wereld voordat de meest recente generaties ter wereld kwamen, nauwelijks bestond en pas opbloeide en zich in belangrijke mate pas begon te ontwikkelen nadat relatief recente generaties hun vleugels begonnen uit te slaan? Wat een schromelijke vergissing, als dat al zo moge zijn. De wereld is altijd al een zinderende borrelende kookpot geweest van ingrijpende en vele diverse ontwikkelingen, telkens passend bij en volkomen afgestemd op de wensen van weleer om onmogelijkheden mogelijk te maken.

 

Een paar willekeurige hoogtepunten van om en nabij 1847, 168 jaartjes geleden.

 

Amerika, Rond 1847: Samuel Washington Woodhouse, Amerikaan, chirurg, ontdekkingsreiziger en naturalist, onderzocht, samen met andere wetenschappers, of er een route bestond vanaf de Zuni Rivier naar de Atlantische Oceaan.

 

*) Een directe verbinding bleek er niet te zijn. De Zuni Rivier mondt uit in de Little Colorado Rivier in Zuidwest-Amerika.

 

 

Europa, Zweden, rond 1847 (Bron: Volvo Construction Equipment):

Mr. Theofron Munktell ontwikkelt de eerste dorsmachine in Zweden 

 

Amerika, 1847: op 11 februari van dit jaar wordt Thomas Alva Edison geboren.

 

Hier afgebeeld naast de door hem uitgevonden fonograaf. (1878). De voorloper van wat velen van ons zich – hopelijk ‒ nog herinneren als de grammofoon.

 

   

Europa, Duitsland: de Firma Thyssen Krupp, in 1811 ontstaan en gespecialiseerd in staalproducten, ontwikkelt rond 1847 de eerste naadloos gegoten stalen rails.

 

 
 

Europa, Schotland: Sir David Brewster vindt rond 1847 de stereo-scoop uit.

 

Europa, Nederland: de munt van 2,5 gulden was al in zwang in en rond 1847.

 

Mocht iemand er nog een paar (uit 1847) hebben liggen … ze gaan tegenwoordig van de hand naar een andere hand voor een slordige
€ 400,= (per stuk).

Geweldig innoverende ontwikkelingen die hun invloed op het globale gebeuren zeker niet hebben gemist. Of ze enige, en zo ja in welke mate, invloed hebben gehad op het Dreumel van die tijd, is niet bekend. Mogelijk en waarschijnlijk op enig later tijdstip dan in de rest van de wereld.

 

Koning Willem II stond toen aan het hoofd van Nederland.

 

Hij regeerde maar kort, van 1840 tot 1849. Het meest opvallende waar hij zich, met zijn ambtenaren, het al kalende hoofd over moest breken, was wel de – ook toen al ‒ astronomisch hoge staatsschuld van Nederland destijds. De staatsschuld geeft het bedrag aan dat een land meer uitgegeven dan verdiend heeft. Die staatsschuld bedroeg rond 1840 – geschat ‒ 2250 miljoen gulden.

Omgerekend naar iets recenter tijden is dat een bedrag van …

Bron: http://www.iisg.nl/hpw/calculate2-nl.php

€ 42.234.078.100,77 (fl. 93.071.660.251,44) in het jaar 2013. (42 miljard en een ‘beetje’).

 

Voor de goede orde zij gemeld dat de staatsschuld van Nederland anno mei 2015, déze seconde …

 

… is (467 miljard en een ‘beetje’) en per seconde met € 480,= stijgt.

Het zal de allermeeste, in totaal ongeveer 1650, Dreumelnaren die Dreumel in 1847 bevolkten, volkomen worst geweest zijn. Ze hebben wel heel andere zaken aan hun hoofden dan staatsschulden.

Neem bijvoorbeeld Cornelis Kooijmans, die zich op 24 oktober 1847 vervoegt op het Dreumelse stadhuis en aldaar

   

komt melden dat hij en zijn ehevrouw Wilhelmina Merkx op 23 oktober de trotse ouders zijn geworden van een zoon, die ze Jan willen noemen. Het is tegelijkertijd ook hun eerste nakomeling.

Nog drie in Dreumel geboren kinderen volgen, te weten in 1849 Maria, in 1851 Hendrika en in 1853 Gradus.

 

 
Cornelis is van beroep ‘arbeider’. Een moeilijk te definiëren beroep (tenslotte arbeiden we vrijwel allemaal). Maar aangenomen moet toch worden, bij gebrek aan omvangrijke industrieën in het Dreumelse (mogelijk met uitzondering van Bato’s Erf, de steenoven), dat hij op het Dreumel omringende platteland arbeidde. En velen met hem. Ook vrouwen overigens.
   

En al zou je bij de steenoven gewerkt hebben, dan viel er ook maar bar weinig te lachen. Met name ook al omdat je langdurig doodstil moest staan, zodat er een foto gemaakt kon worden. Dan verging je het lachen wel.

   

Armoe troef alom. In de Drentsche courant van 9 april 1847: Zoek het maar lekker zelf uit met jullie pootaardappelen. Eerst maar eens een commissie …

 

 

Gelukkig voldeed de proef met het door de heer Fijnje (van Salverda) ontwikkelde en in de molenpolder Wamel, Dreumel en Alphen geplaatste stoomgemaal en werd door de goede werking meer grond verkregen, waarop producten, waaronder pootaardappelen, verbouwd konden worden. In de Nieuwe Rotterdamsche courant van 23 april 1847:

   

   

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolse Courant van 21 mei 1847 wordt hierover nog het navolgende specifiek opgemerkt:

En op 8 juni in dezelfde krant:

 
 

In hoeverre de arbeiders en steenzetters, in dienst van hun werkgevers, mee profiteerden van deze gunstige ontwikkeling is niet bekend. Maar, gezien de belabberde werkverhoudingen tussen werkgevers en -nemers destijds, kan zomaar verondersteld worden van nauwelijks of niet. Niet geheel zonder schrijnende reden wordt in de Nieuwe Rotterdamsche courant van 1 juli 1847 dan ook beschreven hoe de ‘uitdeelingen’ plaatsvonden aan de armen. Niet alleen in de ‘Boemelerwaard’ (relevant krantenartikel niet getoond), maar ook in meer verwijderde dorpen.

 

 

Hetgeen neerkomt op een huidig bedrag van € 7.500,28.

Jan Kooijmans ondertussen groeit op, wordt ouder, gaat werken als landbouwer, wordt zelfs verliefd en trouwt op 8 februari 1877 met Maria Elisabeth van Aalst.

 

Zijn vader, Cornelis Kooijmans is dan inmiddels al overleden. Hij overlijdt te Dreumel op slechts 36-jarige leeftijd, op 8 juni 1854.

Jantje Kooijmans was toen nog maar zeven jaren jong en moeder Wilhelmina Merkx werd noodgedwongen een alleenstaande moeder.

 

   

Vader Johannes van Aalst (beroep: arbeider) informeert Dreumels burgerlijke stand-secretaris op
2 januari 1852 dat hij en zijn ehevrouw Petronella van Gruijthuijsen op 1 januari 1852 een dochter hebben gekregen. Ze noemen haar Maria Elisabeth.

Jan Kooijmans zelf is ‘landbouwer’ en Maria Elisabeth van Aalst ‘dienstbode’. Onderstaande afbeelding over dienstboden dateert niet van 1847, maar het is niet moeilijk dezelfde taferelen te dateren naar die periode. En dan op het Dreumelse platteland.

   

Het eerste kind van Jan en Maria Elisabeth wordt in Dreumel geboren op 27 januari 1878. Hij krijgt de voornamen Cornelis Wilhelmus.

   

Uiteraard weten we niet of Jan en Maria Elisabeth het wisten, maar direct volgend op, of voorafgaand aan, Cornelis Wilhelmus, wordt hun tweede kind geboren.

Op dezelfde datum, zelfs op hetzelfde uur, volgt de geboorte van Petrus Johannes Kooijmans.

 

   

Het op deze tweeling al ras volgende kind, hij wordt Gerardus Johannes genaamd, wordt te Dreumel geboren op 16 januari 1879.

   

En als je dan toevallig of expres aan het begin van het jaar al bevalt van een kind, dan kun je nog makkelijk in hetzelfde jaar bevallen van nóg een kind. Nèt nog!

Wilhelmus Kooijmans wordt op 30 december 1879 geboren.

 

   

Gerardus Johannes, noch Wilhelmus hebben lang deel uitgemaakt van het gezin van Jan en Maria Elisabeth. Gerardus Johannes overlijdt te Dreumel op 21 april 1880.

   

En zijn broer Wilhelmus, ook te Dreumel, overlijdt op 14 juni 1881.

 

   
   

De volgende Kooijmans/van Aalst nakomeling wordt te Dreumel geboren op 9 oktober 1881. Zij heet Maria Cornelia.

   

Ook haar is geen erg lang leven beschoren.

 

   

Zij overlijdt op 17 maart 1888.

 
   

In 1882 zijn Jan Kooijmans en Maria Elisabeth dubbel blij. Er wordt voor de tweede keer een tweeling geboren. Op 22 december 1882, om ‘elf en een vierde ure’, ’s nachts, wordt Petronella geboren.

   

 

En slechts een kwartier later, om half twaalf  ’s nachts, een zoon, die ze Gerardus noemen.
 

 

Lang heeft de vreugde over hun beider geboorten – weer ‒ niet mogen duren. Gerardus overlijdt op 4 januari 1884.

   

En zijn tweelingzusje, Petronella volgt hem helaas al heel snel. Drie weken later. Zij overlijdt op 27 januari 1884.

 

   
 

In datzelfde jaar 1884 nog, wordt Petronella Cornelia geboren, te Dreumel, op 4 februari. Twee kinderen overlijden nog in de voorafgaande maand en acht dagen na de aangifte van dat tweede overlijden, geeft Jan Kooijmans officieel de geboorte van deze dochter aan:

   

En wederom komt ook haar leven na een veel te korte tijd alweer ten einde.

Zij overlijdt op 4 april 1885.

 

   

 

Maar ook dit jaar gaat niet voorbij zonder nieuwe geboorten. Ja, meervoud, want deze vader en moeder krijgen voor de derde keer een tweeling.  Als eerste, om zeven uur ’s  morgens, wordt Wilhelmus Cornelis op 13 september 1885 geboren.

   
 
 

En zijn zusje, Petronella Kooijmans, wordt dus ook op 13 september 1885, maar dan om half acht ’s morgens, in Dreumel geboren.

   

Maar ook deze tweeling is niets gewaar kunnen worden van het leven in Dreumel, zoals zich dat afspeelde buiten de grenzen van hun bedjes en woning.

 

Wilhelmus Cornelis overlijdt na een maand al, op 27 oktober 1885.

 

   
   

En ook Petronella’s geboorte gaat helaas niet erg lang vooraf aan haar overlijden. Petronella Kooijmans overlijdt in Dreumel op 16 maart 1887.

   

Het duurt vervolgens tot 1887 voor het volgende Kooijmans/van Aalst kind in Dreumel wordt geboren.

 

Gerrit Wilhelmus Kooijmans wordt op 2 december 1887 in Dreumel geboren.

 

   

Maar wat overkomt ook deze jongste Kooijmans. Op 13 februari 1888 overlijdt ook hij.

   
 
   

Van alle privéregistraties van Dreumelse akten voor wat betreft het gezin Jan Kooijmans en Maria Elisabeth van Aalst, blijft dan nog slechts het schamele aantal van twee kinderen over, die uitdrukkelijk nog vermelding verdienen.

Op 10 november 1889 bevalt Maria Elisabeth van Maria Kooijmans.

 

 

Maar … Maria heeft slechts heel kort van haar leven kunnen genieten. Ze overlijdt op 14 januari 1891. Te Nijmegen.

   

Haar overlijden wordt ook vermeld in de registers van de Dreumelse Burgerlijke Stand.

 

   
 

Het is af en toe nauwelijks verwonderlijk dat je akten slechts met grote moeite – of niet ‒ kunt vinden. Haar vader, die eigenlijk Jan (af en toe Johannes) Kooijmans heet, wordt op deze Dreumelse akte vernoemd als Joannes Kooimans. Bevreemdend toch wel enigszins, want Jan is al heel vaak zat op het Dreumelse gemeentehuis geweest om of geboren of overleden kinderen aan te komen geven.

Zo ook wederom op 29 november 1890, want op 27 november bevalt Maria Elisabeth van Aalst van Gradus Kooijmans.

   

 

Lang hebben Jan Kooijmans en Maria Elisabeth van Aalst zeker niet gezamenlijk van deze laatste geboorte kunnen genieten. Het is ook zeker dat dit de laatste geboorte is geweest, want op 1 januari 1891, slechts anderhalve maand na de geboorte van Gradus, overlijdt Maria Elisabeth van Aalst. Op de zeer jonge leeftijd van 39 jaar. Velen van haar generatie leefden ook destijds toch zomaar twee keer zo lang.

Vader Jan krijgt nog een zoveelste schok te verduren, als op 28 februari 1891 ook pasgeboren zoon Gradus (Gerrit) te Nijmegen overlijdt.

 

   

Een uiterst treurig overzicht van wat dit gezin allemaal is overkomen, is zodoende triest. Diep triest.

   
   

Het is – aanvankelijk ‒ zeer frustrerend om de overlijdensgegevens van Jan (Johannes) Kooijmans alsmaar niet en nergens te kunnen achterhalen. Mocht een van de ongetwijfeld zeer talrijke lezers van deze Ouwe koeien-editie het weten, informeer mij graag per kerende post. Overigens, ook MyHeritage heeft er problemen mee:

   

Maar … wacht … vele, vele uren zoeken later …

   

De onderste helft van bovenstaande afbeelding staat normaal rechts van de bovenste helft en maakt deel uit van het bevolkingsregister van, ja, ja, Lith.

Jan Kooijmans wordt hier geregistreerd als bewoner van Lith, maar tegelijkertijd als echtgenoot van Elisabeth van Heertum. Jan Kooijmans’ eerste vrouw overlijdt op 1 januari 1891 en Jan trouwt op
5 mei 1891 met Elisabeth van Heertum. Te Lith.

   

Elizabeth van Heertum wordt ook te Lith geboren, op 27 maart 1846.

   

Nu we eindelijk weten dat Jan Kooijmans bij lange na niet bij welke pakken dan ook is gaan neerzitten, zouden we ook zomaar nog mogen en wellicht moeten veronderstellen dat er –toch ‒ nog meer Kooijmansen werden geboren, nu Jan deze nieuwe verbintenis is aangegaan.

Echter, uitgezonderd welke opzienbarende vondsten wellicht nog boven water zouden kunnen komen met alsnog vele nu niet gespendeerde uren door zoeken, blijkt vooralsnog uit niets dat Jan Kooijmans en Elisabeth van Heertum zich voortgeplant hebben.

 

   

Op het bovenstaande overzicht van het Lithse bevolkingsregister staat dat Jan Kooijmans op
15 september 1914 te Lith is overleden. Snel even in de akten in eigen beheer van Lith gedoken en ja hoor, klopt exact.

   

Het overzicht vraagt derhalve slechts om een kleine aanpassing, met hetzelfde droevige resultaat.

   
   

Is er nog noemens- en wetenswaardigs te vinden over de twee van dit getroffen gezin – tot nu toe ‒ overlevende Kooijmansen, te weten Cornelis Wilhelmus en Petrus Johannes.

   

En weer langdurig zoek- en graafwerk later, wordt de trouwakte van Cornelis Wilhelmus Kooijmans gevonden.

Hij blijkt op 5 februari 1904 in het huwelijk te zijn getreden met Everdina de Man.

Die overigens dan weduwe is van een rasechte Dreumelnaar, Baltus Sas. Baltus overlijdt in Dreumel op
2 november 1900.

 

   
Everdina de Man wordt in Lith geboren, op 13 oktober 1876:
   

   

Vier jaar na het overlijden van Baltus Sas hebben Cornelis Wilhelmus Kooijmans en Everdina de Man elkaar permanent gevonden.

 

 

Everdina overlijdt zelf op 8 februari 1917. Te Lith.

 

 

Aangezien, als Cornelis Wilhelmus Kooijmans al eerder dan het jaartal van deze akte zou zijn overleden, op deze akte zou zijn geschreven ‘weduwe van’ in plaats van nu ‘echtgenoote van’, is C.W. Kooijmans ten tijde van dit overlijden nog springlevend.

Gelukkig hebben Everdina en Cornelis ook mannelijke kinderen gekregen, zodat het geslacht Kooijmans ook via deze stamboomtak in ieder geval en met grote waarschijnlijkheid voortgang zal hebben gevonden.

Meer over Cornelis Wilhelmus en over Petrus Johannes Kooijmans en Elisabeth van Heertum kan tot op heden nog niet gevonden worden.

Tot slot zij opgemerkt dat de Kooijmansen, in welke relatie ze ook tot elkaar stonden en staan, het allergrootste aantal persoonlijke dossiers vertegenwoordigen die mijn privéverzameling rijk is.

In driehonderdzestig persoonlijke dossiers worden de Kooijmansen geregistreerd.

In nog eens elf additionele persoonlijke dossiers worden de Kooimansen geregistreerd.

In nog eens twaalf additionele persoonlijke dossiers worden de Koijmansen geregistreerd.

In nog eens zes additionele persoonlijke dossiers worden de Coijmansen en Cooijmansen geregistreerd.

 

Nee, de wereld stond helemààl niet nagenoeg stil in 1847 e.v.