Bouwproject Zambia

Jan van Rossum


Op 16 mei 1981 werden wij benaderd door Degis,  een afdeling van B.Z. van en voor ontwikkelingshulp, of wij willen nadenken over een probleem dat heerste in Zambia in het kader van het bevaarbaar maken van een gedeelte van de Zambezi rivier, tussen de steden Mongu en Kalabu. Enkele dagen later melde zich een ingenieur van Rijkswaterstaat zich om dit verder met ons te bespreken.
 
In het kader van ontwikkelingshulp was men bezig met het bevaarbaar maken van een gedeelte van de Zambezi rivier. Hiervoor was door een collega een baggermolen met twee onderlossers en een sleepboot geleverd. Deze combinatie lag echter nutteloos in de haven aangezien er vanwege de lage waterstand slechts gedurende 1 1/2 maand gewerkt kon worden.
 
Het idee van RWS was om d.m.v. de aanleg van kribben stroomsnelheid te creëren welke dan voor diepgang moest zorgen. Deze kribben zouden worden gemaakt door het storten van steen of basalt, de krib afstand zou door RWS berekend worden en zou ter plekke aangeven worden. Om het hele jaar te kunnen werken zou de duwboot met dekschuiten een maximale diepgang van 0,65 meter moeten hebben. Voor de dekschuiten werd uitgegaan van een holte van 1,20 m. zodat bij een diepgang bij 65 cm een aanvaardbare deklast vervoerd zou kunnen worden. Deze dekschuiten zouden in secties gebouwd worden en in daarna in Mongu worden samengesteld. Dit in verband met de transport mogelijkheden.
 
Verder zouden we de plaatselijke bevolking kunnen opleiden tot lasser onder toezicht van een deskundige van de werf. Uiteindelijk werd ons de opdracht gegund. Tijdens de bouw werd ons mede gedeeld dat een deskundige van RWW dit project ter plaatse zou gaan begeleiden. Voor de jongeman en zijn gezin, een pas getrouwd stel,  moest ter plekke woonruimte gecreëerd worden. Ons voorstel om een vlet met een complete accommodatie voor vier personen te bouwen werd ook goedgekeurd zodat een begin gemaakt kon worden met de werkzaamheden.
 

vlet zoals deze gebouwd is voor het project in Zambia

 

Na het gereedkomen der secties en de duwboot werd het geheel op transport gesteld. De duwboot die een verblijf had in het voorschip, werd volgeladen met allerlei dingen zoals naaimachines en klein grut waarmee men de plaatselijke bevolking van dienst kon zijn. Dit werd georganiseerd door de ingenieur van RWS die al meermalen ter plekke was geweest. Later bleek dat het transport daardoor zeer vertraagd werd omdat de douane beslag legde op de duwboot i.v.m. illegaal vervoer van goederen. Na verloop van tijd kregen wij bericht dat het transport aangekomen was. Als mede ook de vlet die wat later verzonden was.

We kregen opdracht er iemand naar toe te sturen voor begeleiding van het samenstellen der secties voor de dekschuiten. Ingenieur Oostenrijk die bij ons als constructeur en tekenaar-ontwerper in dienst was, werd naar Zambia gestuurd. Hij zou daar circa 14 dagen blijven. Maar na een week was hij al weer terug! De reden hiervan was de montage van de dekschuiten verliep voorspoedig doch dat het gehele project zijn inziens geen nut had om de eenvoudige reden dat er geen enkele steen of basalt in de gehele omgeving te vinden was dus laat staan te vervoeren.

Dit resultaat werd door ons aan Degis gemeld en hier opvolgend is er een vergadering belegd op Binnenlandse Zaken. Men had aangenomen dat er voldoende stenen aanwezig zouden zijn, maar dat bleek dus niet zo. Afspraak was dat ieder zijn gedachten hierover zou laten gaan en over een alternatief of oplossing zou nadenken. Na verloop van enige tijd kregen wij van Degis een alarmerend telefoontje en waarin gevraagd werd naar een spoedige oplossing van dit probleem.

Later zou blijken dat prins Claus de voortgang van dit project zou gaan inspecteren. Inmiddels was bij ons een plan geboren om in plaats van stenen en kribben deze te maken van materiaal wat wel voldoende aanwezig was, namelijk hout. Deze zouden met een hijsinstallatie naast elkaar in de grond geheid kunnen worden en men zou hetzelfde resultaat bereiken. Dit voorstel werd aan Degis gedaan en men zou de mogelijkheden ter plaatsen gaan onderzoeken. Weldra ontvingen wij bericht dat ons voorstel uitvoerbaar was en volgde de opdracht tot uitvoering.

Ingenieur Oostenrijk maakte een plan om een hei-installatie te maken op een dekschuit. En de andere om heipalen te vervoeren. Wij bestelden bij een bedrijf aan de Oude IJsel een hei-installatie en deze werd naar Mongu verzonden. RWS zou voor de verdere installatie zorgen. Of dit iets geworden is weten we niet omdat wij daarmee geen bemoeienis meer hebben gehad. Zo zie je maar dat ontwikkelingshulp zinvol kan zijn?