De Limburgse geschiedenis in miniatuurvorm


Limburg is altijd een speelbal en ruilmiddel geweest voor de grootmachten. Er hebben nogal wat grootmachten in het gebied, dat vanaf 1815 Limburg is gaan heten, gezeten: Habsburgers, Bourgondiërs, Spanjaarden, Pruisen, Fransen. Maar ook Hollanders en Belgen, waarbij de Belgen en Pruisen (tijdens de Bondstijd althans) als enigen geaccepteerd werden.

1815: volgens het Congres van Wenen wordt het gebied dat vanaf dat jaar Limburg zou heten (het latere Belgisch en Nederlands Limburg) ingelijfd bij Holland (de toenmalige, aanduiding voor Nederland). Limburg wordt opgedeeld in drie arrondissementen: Roermond (Midden- en Noord-Limburg), Maastricht (Zuid-Limburg) vanaf 1818 en Hasselt (Belgisch Limburg). Tevens wordt tijdens het congres de Duitse Bond opgericht, waarvan Limburg later deel zou gaan uitmaken.

1819: het Nederlands wordt ingevoerd in Limburg, na fel protest. De gangbare talen waren: Limburgs dialect, Frans (vooral ook als ambtelijke taal) en Duits (oostelijk deel, vooral populair tijdens de Bondstijd).

1830België ontstaat als onafhankelijke staat. De Limburgers hebben gelijke rechten als de overige Belgen.

Onder Willem I hadden de Vlamingen en Limburgers een aversie tegen Holland: geen recht op onderwijs, geen vrije beoefening van het geloof (Katholicisme), extra hoge belasting moeten betalen, het niet mogen bekleden van hogere overheidsposities  en het verplicht Nederlands moeten spreken. Limburg wordt door de Belgen 'bezet', tot algehele instemming van de Limburgse inwoners. Alleen Maastricht blijft, tegen de zin van de inwoners, staats door de aanwezigheid van een Hollands garnizoen soldaten. 

1838: met de aankondiging dat Willem I aansprak maakt op het oostelijke deel van Limburg (huidige Nederlands Limburg), ontstaat de Limburgse separatistische verzetsbeweging.

1839: Limburg wordt opgesplitst in een Belgisch deel en een Nederlands deel, tegen de zin van de inwoners. De opsplitsing werd door de grootmachten Engeland, Frankrijk, Pruisen en Rusland zo bepaald tijdens het Verdrag van Londen, als compensatie aan de Duitse Bond voor het verlies van het grote westelijke deel van Luxemburg aan België: daarom dat Luxemburg nu nog maar een klein land is). 

 * 1839: Limburg sluit aan bij de Duitse bond. Hierdoor krijgt Limburg het enige eigen leger in haar geschiedenis, bestaande uit geboortige Limburgers: 1500 man Limburgse Jagers Te Paard. Er komen twee gouverneurs (staats = Hollands en bonds) en twee officiële kranten (staats en bonds).

1840: Limburgers worden uitgesloten van deelname aan het stemmen over de Nederlandse grondwet. (De eerste grondwet uit 1815, waarover ook de Zuidelijke Nederlanden, het latere België, mochten meestemmen en die tegen deze grondwet waren, werd toch aangenomen. Alleen Noord-Brabant tekent (zonder succes) protest aan.

1848Limburg is op papier onderdeel van de Duitse bond als zelfstandig hertogdom (zelfstandige staat dus). Degene, die dit voor elkaar heeft gekregen, is de leider van de Limburgse separatistische beweging, Baron Van Scherpenzeel-Heusch, die tevens afgevaardigde is van Limburg in het Duitse Bondsparlement. In dat jaar van revoluties voor meer liberalisme in Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije, Pruisen, Italië en Zweden en de onenigheid tussen de twee grootmachten binnen de Duitse bond (Pruisen en Oostenrijk), wordt deze onafhankelijke status van Limburg, als mindere prioriteit, geen kracht bijgezet met het plaatsen van een groot leger in Limburg of de steun van de twee grootmachten.

1866: de Duitse bond valt uiteen en hertogdom Limburg wordt een Hollandse provincie.

1867: Frankrijk wil Luxemburg (in personele unie met Nederland) van de Hollanders kopen. Bismarck (Pruisen) eist dan Limburg als compensatie. Frankrijk bindt in en laat de koop schieten.

1906: Limburg verliest de naam Hertogdom (die het al die tijd als provincie nog steeds in gebruik had).

1919: België eist Nederlands Limburg terug tijdens het verdrag van Versailles. De mogendheden Engeland en Frankrijk wijzen dit af.

 

  Medaille van de Duitse Bond uit 1840 met de wapens van de deelnemende koninkrijken (5) en onafhankelijke: vorstendommen (10), groothertogdommen (6), hertogdommen (13) en stadstaten (4) plus een keizerrijk (1).   
     

 

Medaille uit 1848, het revolutiejaar in diverse Europese landen.

Limburg vormde samen met Luxemburg een apart lid van de Bond en hadden als zodanig samen vier zetels in het Bondsparlement (de meeste leden van de bond hadden slechts 1 zetel, Limburg had dus een zwaardere stem).

 
 

 

Alles binnen de rode lijn vormde tezamen de Duitse Bond, inclusief Limburg dus.